
Ziekenhuizen maken noodplan-afspraken voor eventuele scherpe piek van omikron-patiënten
De Belgische ziekenhuizen maakten vandaag in de HTSC, het overlegorgaan dat de ziekenhuiscapaciteit in ons land monitort, afspraken hoe ze te werk zullen gaan mocht de huidige besmettingsgolf in de komende weken ook leiden tot een toevloed van ziekenhuisopnames. In de zogenaamde fase 3 van het noodplan zal alle planbare zorg worden uitgesteld en alle prioriteit gaan naar het garanderen van alle dringende zorg, zowel covid als niet-covid. Er zullen niet langer bedden worden vrijgehouden voor covid-patiënten. Op basis van een set richtlijnen zullen de zorgteams de instroom reguleren, zowel op de gewone afdelingen als op intensieve zorg.
De besmettingen stijgen op dit ogenblik pijlsnel. Momenteel heerst er bijzonder veel onzekerheid over de impact van de omikron-besmettingen op het aantal ziekenhuisopnames, zowel het aantal opnames op gewone verpleegafdelingen, de doorstroom naar intensieve zorg, als over de gemiddelde ligduur van een covid-patiënt met omikron. De predictiemodellen tonen een zeer uiteenlopend beeld. In het worst-case-scenario zouden we in de tweede helft van januari kunnen gaan naar meer dan 1200 ziekenhuisopnames per dag, met een totaliteit van meer dan 10.000 covid-patiënten voor alle Belgische ziekenhuizen samen. Daarnaast verwachten de ziekenhuizen een sterke personeelsuitval wegens de hoge besmettingscijfers in de samenleving (door ziekte en quarantaine). De personeelsuitval heeft onder meer als gevolg dat er momenteel ca. 3600 bedden gesloten zijn op de gewone afdelingen en ca. 200 op intensieve zorg.
Voorbereiding op worst-case-scenario
Met dit noodplan willen de ziekenhuizen voorbereid zijn mocht het meest negatieve predictiemodel werkelijkheid worden.
Margot Cloet: “We willen zeker geen paniek zaaien, maar wel op alle scenario’s voorbereid zijn. We vinden het belangrijk om de principes met de ziekenhuizen samen, en in overleg met de overheid vooraf goed te hebben doorgesproken, zodat er onder druk en in het heetst van de strijd geen ondoordachte beslissingen moeten worden genomen. Laat ons hopen dat het zover niet hoeft te komen.”
Sinds het begin van de pandemie maken ziekenhuizen onderling en voor heel België afspraken hoeveel bedden zij vrijhouden voor covid-patiënten. Daardoor kunnen regionale pieken beter worden opgevangen. Patiënten kunnen op die manier van de ene intensieve afdeling naar de andere worden overgebracht. Telkens wanneer de besmettingen aan het stijgen zijn, wordt er “opgeschaald”, m.a.w. een steeds hoger aantal bedden wordt dan vrijgehouden voor covid-pathologie. Wanneer de ziekenhuisopnames van covid-patiënten pieken betekent dat meestal dat ziekenhuizen ook planbare zorg moeten gaan uitstellen. In de eerste golf werd alle planbare zorg stopgezet, in de andere golven gedeeltelijk. Daardoor kampen de ziekenhuizen nu nog altijd met een serieuze zorgachterstand. Veel ingrepen zijn uitgesteld en moeten nog ingehaald worden.
Momenteel is de situatie in de ziekenhuizen onder controle. Het aantal covid-patiënten op intensieve zorg is gezakt onder de kritische grens van 500; ca. 2000 covid-patiënten verblijven op gewone verpleegafdelingen. Sinds eind november zitten de ziekenziekenhuizen in de zogenaamde fase 1B, wat betekent dat ze tot 50% van hun erkende IC-bedden vrijhouden voor covid-patiënten en 4- tot 6-maal dit aantal voor de gewone afdelingen. Fase 2A & B voorziet een opschaling naar 60% met de opening van extra IC-bedden. Gezien de verwachte personeelsuitval is het creëren van bijkomende bedden niet realistisch. De eerstvolgende fase na de huidige is m.a.w. fase 3.
Fase 3 in werking bij een zeer grote toevloed patiënten
Het noodplan expliciteert wat er gebeurt in die fase 3. Alle niet-dringende zorg wordt dan uitgesteld, behalve de consultaties. Dat gebeurde ook tijdens de eerste golf van maart 2020. Dit is een heel duidelijke afspraak tussen de ziekenhuizen en maakt maximaal personeel vrij, bijvoorbeeld uit het dagziekenhuis. Er gaat een absolute voorrang naar de dringende zorg, zowel covid- als niet-covid pathologie. Het grote verschil met de vorige fases is dat er in fase 3 geen vast aantal bedden meer wordt “vrijgehouden” voor covid-patiënten. Zorgteams maken dan een afweging welke zorg het meest dringend is, onafgezien van de pathologie. Daarvoor hanteren ze afgesproken richtlijnen.
Daarnaast wordt de instroom in de ziekenhuizen zoveel mogelijk onder controle gehouden, in samenwerking met de huisartsen. In deze fase kunnen enkel nog patiënten met een urgent probleem terecht op de spoedgevallendienst, na doorverwijzing 112 of huisarts. Waar mogelijk worden patiënten thuis opgevolgd of kunnen artsen uit de ziekenhuizen ondersteuning leveren in de woonzorgcentra om patiënten daar te verzorgen. Bewoners van woonzorgcentra worden bij de afweging van een ziekenhuisopname behandeld als andere patiënten. De beslissingsboom van de Belgische Vereniging voor Gerontologie en Geriatrie is hierbij richtinggevend. Een goede vroegtijdige zorgplanning is belangrijk, zodat het zorgteam op de hoogte is van de voorkeuren van de patiënt inzake behandeling en eventuele ziekenhuisopname.
De afweging voor opname op intensieve zorg wordt gemaakt op basis van het “ingeschatte grootste voordeel” en niet op basis van “first-come-first-served”. Richtsnoer zijn een set richtlijnen opgesteld door de Belgische Vereniging voor Intensieve Geneeskunde van maart 2020 en opnieuw bevestigd door de HTSC op 29 oktober 2020. Het raadgevend comité voor bio-ethiek van 21 december 2020 publiceerde ook aanbevelingen, onderschreven door de Orde der artsen en de Hoge Gezondheidsraad. Patiënten dienen verwezen te worden naar een gepast zorgniveau, en de medische beslissing hieromtrent moet gedocumenteerd en gemotiveerd worden in het individueel medisch dossier.
Transfers van patiënten op intensieve zorg blijven mogelijk, bij voorkeur binnen het eigen netwerk of provincie. De overheid treedt hier regulerend op.