Nele Verbeke
16/11/2022
Zorgbeleid Woonzorg

“Als het even kan, wil ik thuis blijven wonen”

Gezinszorg als extra ondersteuning

“Als het even kan, wil ik thuis blijven wonen”

Thuisverpleging kent iedereen, maar geldt dat ook voor gezinszorg? Gezinszorg neemt in de thuissituatie de niet-medische zorgtaken op. We hebben het dan over huishoudelijke taken, met het extraatje van sociaal contact en lichte administratieve ondersteuning. “Gezinszorg wil mensen helpen om zo lang mogelijk thuis te wonen”, zegt Nele Verbeke, diensthoofd trajectzorg van Curando vzw, zone Midden. “En dat resulteert in mooie verhalen.”

“Jos* (96) woont al lang in een van onze assistentiewoningen. Het is zijn thuis en als het aan hem ligt is het de plek waar hij wil blijven wonen”, vertelt Nele Verbeke. “Deze zomer botsten we op een kantelpunt, omdat Jos zijn mentale en fysieke gezondheid achteruit begon te gaan. Zijn dochter, die ook het grootste deel van de mantelzorg opnam, gaf aan dat zij overwoog om haar vader te laten verhuizen naar het woonzorgcentrum. Omdat Jos zich daar niet in kon vinden, stelden we vanuit de trajectzorg een plan op waar Jos zich goed bij voelde. Na een crisisopvang in het kortverblijf kon hij vrij snel terugkeren naar zijn assistentiewoning, zijn vertrouwde omgeving. Dankzij de nauwe samenwerking tussen de verschillende thuiszorgdiensten.”

“Cura thuisverpleging en Familiezorg waren al ingeschakeld, maar we stemden de uren beter op elkaar af zodat de diensten elkaar onderling ondersteunen. Daarnaast werd het centrum voor dagverzorging ingeschakeld en op de andere dagen komt Familiezorg koken of kan hij rekenen op een warme maaltijd via maaltijden-aan-huis. Na een drietal weken functioneerde Jos al een heel stuk beter, waardoor een permanente verhuis naar het woonzorgcentrum niet meer nodig was. Ondertussen schakelden we ook via Cape nachtzorg in zodat er ook ’s nachts over Jos gewaakt wordt.”

Nele Verbeke
Nele Verbeke: “Wij bouwen de zorg altijd in kleine stapjes op en zullen zelden alle diensten in één keer opstarten”

Enthousiast aan het kaarten

“Jos is helemaal opengebloeid en tevreden dat we al die moeite hebben gedaan. Dat vertelt hij ons ook. Toen ik onlangs in het dagcentrum passeerde, zag ik hoe hij enthousiast aan het kaarten was met andere bewoners. Hij straalde. Ook de dochter van Jos is heel blij dat haar vader opnieuw stabiel is. Doordat de zorg van de verschillende diensten van Curando vzw goed op elkaar afgestemd is, is er ook meer ondersteuning voor haar en kan zij de mantelzorg wat afbouwen. Ze kan terug bij haar vader op bezoek zonder dat er zorgondersteuning van haar verwacht wordt.”

“Om een evenwichtige puzzel te leggen die voor alle partijen werkt, moeten we als zorgdiensten niet alleen de noden aanvoelen maar ook goed kunnen samenwerken”

“In deze casus maakten het dagcentrum en de flexibiliteit van de gezinszorg het grootste verschil. In het geval van Jos komt de verzorgende van gezinszorg vijf dagen per week een uurtje nadat de thuisverpleging is langsgekomen. Zo zorgen we ervoor dat hij ontbijt, niet terug in zijn bed kruipt en dat hij klaar is wanneer het busje van het centrum voor dagverzorging hem komt oppikken. Maar voor Jos betekent het ook extra gezelschap, wat extra huishoudelijke taakjes die gedaan worden en dagelijkse structuur.

Een plan op tafel

“In complexe casussen organiseren we regelmatig een thuiszorgoverleg, maar in dit geval werd Jos al langer opgevolgd door de verschillende diensten. Het contact met de verantwoordelijken verliep heel vlot, waardoor de drempel om met elkaar af te stemmen quasi onbestaand was. We spraken elkaar als dichte collega’s aan en in geen tijd lag het plan voor Jos op tafel.”

“In andere gevallen stellen we in een thuiszorgoverleg een weekkalender op en bekijken we met de verschillende diensten of elk uur optimaal benut wordt. Waar zitten de gaatjes en kunnen we die invullen? Het is soms een hele puzzel om zorgcontinuiteit te garanderen, maar tegelijk geeft het veel voldoening om dit te kunnen waarmaken. De coördinatie gaat uit van de dienst trajectzorg of de medewerker sociale dienst. Dat hangt af van wie betrokken is bij de casus. Het is niet zo dat wij altijd wachten tot de familie het signaal geeft. Wij nemen vaak zelf het initiatief om een thuiszorgoverleg te organiseren. Vaak omdat collega’s aangeven dat het niet meer loopt op de manier dat het zou moeten. Dan slaan wij de handen in elkaar om samen te zitten en de verschillende diensten beter op elkaar af te stemmen.”

Een generatie die moeilijk hulp vraagt

“Wanneer er nog niet veel hulp is, merken we dat een opstart meestal wat moeilijker loopt. Een zorgvrager vindt het niet fijn om taken uit handen te geven of toe te geven dat sommige zaken niet meer lukken. Er zijn twee scenario’s mogelijk. Ofwel starten we voorzichtig op, met slechts een tweetal diensten. Ofwel starten we net heel intensief op, met de mogelijkheid om dan stap voor stap weer te kunnen afbouwen. Dat hangt een beetje af van wie de zorgvrager is. We proberen in te schatten hoe ze op de extra hulp zullen reageren en welke strategie het beste zal werken.”

“In het geval van Jos startten we met vijf dagen dagcentrum per week, maar we voelden dat dat te intensief was. We bouwden snel af in overleg met Jos en zijn netwerk. Familiezorg nam een aantal uren over.”

“Wanneer een cliënt in een oriënterend kortverblijf komt, blijkt vaak al snel dat de mantelzorger overbelast is, hoewel ze dat niet altijd aangeven”

“Onze oudere generatie heeft het nog steeds heel moeilijk om hulp te vragen en werk uit handen te geven. Ze zijn opgevoed met het idee dat je zelfstandig moet zijn en zoveel mogelijk zelf moet doen. Bij de eerste stap naar thuiszorg merken wij vaak dat veel cliënten weigerachtig staan tegenover hulp van buitenaf. Het is voor hen niet evident om aan te voelen dat ze het niet meer zelf kunnen en hebben het vaak ook moeilijk om dat uit te spreken.”

Nele Verbeke
Nele Verbeke: “Onze oudere generatie heeft het nog steeds heel moeilijk om hulp te vragen en werk uit handen te geven. Ze zijn opgevoed met het idee dat je zelfstandig moet zijn en zoveel mogelijk zelf moet doen."

Zorg nooit opdringen

“Vanuit trajectzorg kunnen we zorg natuurlijk niet opdringen, maar we zijn wel verantwoordelijk om hen te informeren, te motiveren en soms een klein duwtje te geven als het echt nodig is. De mensen die de extra zorg niet willen, zijn meestal net ook de mensen die absoluut niet willen verhuizen naar een woonzorgcentrum. Wij bouwen de zorg altijd in kleine stapjes op en zullen zelden alle diensten in één keer opstarten. We leggen altijd uit waarom een bepaalde ondersteuning een grote hulp kan zijn. In de mate van het mogelijk betrekken we de zorgvrager of zijn netwerk zoveel mogelijk bij het proces. Het is niet de bedoeling dat we plots de volledige regie overnemen. We hebben respect voor autonomie en proberen zaken die de zorgvrager zelf nog kan, nooit uit handen te nemen. We merken wel dat ondersteuning makkelijker aanvaard wordt als externe personen dat voorstellen. Wanneer de dichte familie dit oppert, ligt het vaak een pak moeilijker.”

Mantelzorger mag weer familie worden

“Wanneer een cliënt in een oriënterend kortverblijf komt, blijkt vaak al snel dat de mantelzorger overbelast is, hoewel ze dat niet altijd aangeven. Het gaat vaak over kleine taken die in het begin niet zo belastend waren, zoals boodschappen doen, maar die na enkele jaren toch beginnen doorwegen. Op een gegeven moment zijn deze mantelzorgers enkel nog bezig met zorgtaken zodat ze de leuke momenten van sociaal contact met hun ouders soms missen. Ook hier zullen wij nooit zomaar iets uit handen nemen, zeker wanneer mantelzorgers aangeven dat ze die zorg graag opnemen en hun steentje willen blijven bijdragen. Maar vaak is net de opname een kantelpunt en voelt de mantelzorger dat hij of zij al een tijdje tegen de grens zit. In dat geval bekijken we welke taak er het zwaarst weegt en hoe we een deeltaak uit handen kunnen nemen.”

Evenwichtige puzzel

“Om een evenwichtige puzzel te leggen die voor alle partijen werkt, moeten we als zorgdiensten niet alleen de noden aanvoelen, maar ook goed kunnen samenwerken. Flexibiliteit is een belangrijke voorwaarde. Een plan is maar een plan zo lang het werkt. Het is belangrijk om te beseffen dat het niet stopt nadat we samen rond de tafel zaten. Thuiszorg heeft voortdurende evaluatie nodig. Is de zorg die gegeven wordt voldoende? Moet er ergens worden bijgeschaafd? Hoe kunnen we de puzzel nog beter in elkaar laten klikken?”

Verschillende ogen zien meer

“Wij zijn allemaal diensten die graag samen zorgen voor mensen. Het kan in de zorg niet je ambitie zijn om alles alleen te doen. In deze sector heb je veel collega’s nodig die er samen voor gaan om het voor de zorgvrager thuis zo comfortabel mogelijk te maken. Het voordeel van een samenwerking met meerdere diensten zit in de verschillende invalshoeken. Het is altijd nuttig om de casus vanuit een ander perspectief te zien. Thuiszorg is een mooi samenwerkingsverhaal dat over de grenzen van verschillende diensten heen gaat. Met de hulp die Jos nu krijgt, zijn alle zorgpartners het erover eens dat een verhuis naar een woonzorgcentrum niet meer aan de orde is. Iedereen heeft er vertrouwen in dat we de droom van Jos kunnen waarmaken, namelijk dat hij nooit meer hoeft te verhuizen.”

(*) Omwille van privacyredenen is de naam gewijzigd

TEKST: KIM MARLIER – BEELD: JAN LOCUS

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.