Marijse Bynens Lien Van Malderen Justine Rooze
14/01/2022
Zorgbeleid Woonzorg

"Er hangen nog veel taboes rond mentale gezondheid bij ouderen”

Kopzorgen verdienen zorg

"Er hangen nog veel taboes rond mentale gezondheid bij ouderen”

Januari 2022

Eén op de vijf ouderen tussen 65 en 74 jaar en één op de drie 75-plussers kampt met psychische problemen. En toch blijft die groep vaak onzichtbaar. Met de campagne “Kopzorgen verdienen zorg” wil de Vlaamse Ouderenraad taboes doorbreken. Ook Zorgnet-Icuro ziet heel wat kansen en uitdagingen.

De Vlaamse Ouderenraad startte in oktober 2020 de Kopzorgen-campagne op. “We merkten dat er nog veel taboes zijn rond psychologische problemen bij ouderen”, vertelt Justine Rooze, beleidsmedewerker Ouderenzorg. “Enerzijds voelen veel ouderen zelf schroom om over hun mentaal welzijn te praten, anderzijds krijgen ze daar ook weinig kans toe. Als samenleving gaan we anders om met psychische problemen, afhankelijk van de leeftijd. Bij depressies krijgen ouderen bijvoorbeeld veel sneller medicatie voorgeschreven, terwijl er bij jongeren meer voor psychotherapie wordt gekozen. Maar ook op ingrijpende levensgebeurtenissen reageren we anders. Als een dertiger zijn partner verliest, zal er veel meer steun en begrip zijn dan wanneer dat bij een tachtiger gebeurt. Nochtans zijn het verlies en de impact minstens even groot.”

Zorgnet-Icuro deelt de bezorgdheden van de Vlaamse Ouderenraad, vertelt stafmedewerker geestelijke gezondheidszorg Marijse Bynens. “Uit verschillende onderzoeken blijkt inderdaad dat psychische problemen veel voorkomen bij ouderen, en wellicht wordt het nog onderschat. In zulke onderzoeken worden mensen in woonzorgcentra bijvoorbeeld vaak niet bevraagd. Ook mensen met dementie kunnen zelden deelnemen. En bepaalde problematieken zijn heel moeilijk meetbaar. Ouderen zullen bijvoorbeeld mogelijks andere symptomen vertonen bij psychische problemen dan op jongere leeftijd. Maar we weten dat het een breed probleem is, dus we willen zeker ons steentje bijdragen om het goed in kaart te brengen en mee te werken aan structurele oplossingen.” 

Marijse Bynens: “We pleiten er niet per se voor dat elk woonzorgcentrum een eigen psycholoog moet hebben, maar wel dat men beroep kan doen op iemand met de juiste kennis van zaken”

Daarnaast blijkt de geestelijke gezondheidszorg voor ouderen ook minder goed uitgebouwd te zijn, aldus Justine Rooze: “Zo is het in woonzorgcentra vaak heel moeilijk om de weg te vinden naar psychosociale hulp. En op de mobiele teams voor acute en chronische zorg konden 65-plussers aanvankelijk geen beroep doen, iets wat intussen gelukkig rechtgezet is." Lien Van Malderen, stafmedewerker woonzorg bij Zorgnet-Icuro, vult aan: “We merken wel dat deze problematiek steeds meer op de politieke agenda komt.”

Ook het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) publiceerde in 2018 een rapport om de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg bij ouderen – en de impact die deze heeft op ouderen – aan de kaak te stellen en verbeteracties te formuleren. “Dat heeft geleid tot een gemeenschappelijke verklaring vanuit de verschillende regeringen voor een nieuw geestelijk gezondheidsbeleid voor ouderen, waar ook Zorgnet-Icuro zich mee toe engageert,” zo stelt Bynens.

Marijse Bynens Lien Van Malderen Justine Rooze
V.l.n.r. Marijse Bynens, Lien Van Malderen en Justine Rooze

Ook de Kopzorgen-campagne van de Vlaamse Ouderenraad heeft op anderhalf jaar tijd al wat in beweging gezet. “We hebben al heel wat partners kunnen overtuigen om een engagement op te nemen. Daarin hebben onze Koplopers onder wie wijlen Paula Sémer een belangrijke rol gespeeld. Zulke rolmodellen moedigen andere ouderen aan om hun verhaal te delen, iets wat heel wat mensen intussen hebben gedaan op onze website kopzorgen.be, aldus Rooze. Daarnaast deed de Ouderenraad ook een reeks diepte-interviews, zowel met ouderen als met professionals uit de geestelijke gezondheidszorg. Ze peilden onder meer naar mogelijke oorzaken voor psychologische problemen bij ouderen, naar drempels voor hulp en goede praktijken.

Verlieservaringen en ageism

Laat ons beginnen om de oorzaken onder de loep te nemen. Hoe komt het dat zoveel ouderen kampen met psychische problemen? Justine Rooze vertelt: “Uit onze gesprekken met ouderen hebben we vooral geleerd dat velen van hen geconfronteerd worden met verlieservaringen van hun geliefde, hun fysieke gezondheid, hun woonst… – en ingrijpende levensveranderingen. Dat kunnen voor buitenstaanders misschien ‘banale dingen’ lijken, zoals het feit dat ze niet meer met de auto kunnen rijden, of dat ze gehoorproblemen krijgen. Maar de impact kan enorm groot zijn. Ook de verhuis naar een woonzorgcentrum lijkt misschien iets dat simpelweg bij het leven hoort, maar het is voor heel wat ouderen een grote stap. Daarnaast worden ze vaak geconfronteerd met existentiële vraagstukken: de tijd die hen rest wordt korter, dus ze staan meer stil bij wat ze nog willen en kunnen doen. En daar komt dan vaak nog een maatschappelijke kwetsbaarheid bovenop. Ouderen worden geconfronteerd met een toenemende digitalisering, waarbij ze niet altijd kunnen volgen. Hun woning voldoet niet altijd meer aan hun fysieke behoeften, heel wat voorzieningen verdwijnen uit hun dorp, hun inkomen kan erg laag zijn…”

Justine Rooze: “Door tijdig aandacht te hebben voor signalen, te luisteren naar de noden van ouderen en ze ook ernstig te nemen, kunnen we veel ernstige problemen voorkomen”

Al wil Rooze daar wel een kanttekening bij plaatsen. “Niet elke oudere die zijn partner verliest of naar een woonzorgcentrum verhuist, ontwikkelt ook psychische problemen. Integendeel: door tijdig aandacht te hebben voor signalen, te luisteren naar de noden van ouderen en ze ook ernstig te nemen, kunnen we veel ernstige problemen voorkomen. Daarom willen we ook dat er meer wordt gekozen voor preventie. In de eerste plaats moet dit thema bespreekbaar worden, we moeten af van alle taboes.”

Dat die taboes anno 2022 nog springlevend zijn, heeft volgens Rooze verschillende oorzaken. “Ouderen zelf vinden het niet altijd makkelijk om over hun psychische problemen te praten. Dat heeft veel te maken met de tijdsgeest waarin zij opgroeiden. Denk maar aan het oude spreekwoord ‘spreken is zilver, zwijgen is goud’. Bovendien willen zij niemand tot last zijn, waardoor zij proberen om hun problemen alleen te dragen. Er zijn ook weinig rolmodellen die het goede voorbeeld geven. Voor jongeren zijn er heel wat campagnes, zoals Rode Neuzen Dag, waarbij leeftijdsgenoten hun verhaal doen. Maar bij ouderen ontbreekt dat nog iets waar wij met onze campagne natuurlijk verandering in willen brengen.”

Daarnaast geven we als maatschappij ook foute signalen, zegt Rooze. “Als ouderen het signaal geven dat ze mogelijk levensmoe zijn, wordt dat vaak niet naar waarde geschat, of zelfs weggelachen. Het zou aanleiding kunnen geven tot een deugddoend, diepgaand gesprek, maar in plaats daarvan wordt het genegeerd. Het is dus een taak voor de hele samenleving om hier veel bewuster mee om te springen.” Lien Van Malderen bevestigt: “Het ‘normaliseren’ van psychische problemen of moeilijkheden van ouderen is een vorm van ageism, een wereldwijde problematiek die ook wordt aangekaart door onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie”.

Marijse Bynens Lien Van Malderen Justine Rooze

Tegenover draagkracht staat draaglast: zaken waar ouderen onder lijden. Rooze: “De overheid moet structurele oplossingen bieden voor problemen waar ouderen mee kampen, zoals onaangepaste dienstverlening en vervoersarmoede. Maar ook ageism, discriminatie op basis van leeftijd, is een onderschat probleem. Ouderen worden heel vaak betutteld. Of er wordt óver hen gepraat, in plaats van met hen. Dit kan hun eigenwaarde aantasten. Om dit tegen te gaan, geloven wij in de kracht van intergenerationele contacten. Breng de jonge en oude generaties met elkaar in gesprek, in verenigingen of op de werkvloer bijvoorbeeld. Laat hen kennis en ervaring uitwisselen, zodat ze elkaar meer naar waarde leren schatten.”

Drempels

Los van die taboes zijn er nog heel wat aandachtspunten, aldus Rooze. “We merken dat ouderen die de stap naar hulp willen zetten, op heel wat drempels botsen. Vaak kennen ze het bestaande aanbod onvoldoende, en is dit ook weinig transparant. Heel wat organisaties vind je bijvoorbeeld enkel online. Hier zien wij een belangrijke rol weggelegd voor eerstelijnsprofessionals, zoals huisartsen. Zij zijn belangrijke vertrouwenspersonen voor ouderen, dus ze moeten goed signalen kunnen oppikken. Als een oudere klaagt over slaapproblemen of andere klachten die mogelijk psychosomatisch kunnen zijn, moeten ze daar dieper op ingaan en eventueel doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp, zoals psychotherapie.”

Het is echter geen sinecure om, als huisarts, of breder als zorgverleners of gezondheidsmedewerkers een duidelijk beeld te krijgen op het best passende aanbod. De structuren, het kader of een duidelijke sociale kaart ontbreken opdat een oudere met bijvoorbeeld zowel een fysieke als psychische zorgnood de juiste omkadering vindt. De grote diversiteit van de doelgroep maakt het bieden van passende ondersteuning niet evident.

Lien Van Malderen: “We zijn geen voorstander van een volledig apart zorgaanbod voor ouderen: iedereen heeft recht op dezelfde kwaliteitsvolle zorg, ongeacht de leeftijd”

Onder meer daarom richtte Zorgnet-Icuro samen met zijn leden vanuit zowel de geestelijke gezondheidszorg als ouderenzorg een werkgroep op rond mentaal welzijn bij ouderen, vertelt Van Malderen. “We komen maandelijks samen om expertise en goede praktijken uit te wisselen. Een pijnpunt dat vooral naar voren komt, is het gebrek aan duidelijke structuren, kaders of beleid die intersectorale samenwerking versterkt. Qua doorstroom en continuïteit van de zorg is dat niet evident, noch voor de oudere noch voor de zorgverleners. De doelgroep heeft zorgnoden die regelmatig zowel van fysieke als psychische aard zijn. De huidige financiering en normeringen van voorzieningen zijn daarop niet aangepast.  Er is dus nood aan flexibelere en meer toegankelijke wetgevende en beleidskaders die de samenwerking ondersteunen. Doordat het zorglandschap erg versnipperd is, kennen de verschillende sectoren ook niet altijd elkaars aanbod en is doorverwijzen moeilijker.”

Ook belangrijk is dat er geen breuklijnen ontstaan in de geestelijke gezondheidszorg naarmate patiënten ouder worden, benadrukt Van Malderen. “We zijn geen voorstander van een volledig apart zorgaanbod voor ouderen: iedereen heeft recht op dezelfde kwaliteitsvolle zorg, ongeacht de leeftijd. Maar het is wel cruciaal om genoeg aandacht te hebben voor de specifieke noden van ouderen. Als je hen bijvoorbeeld na een opname in een psychiatrisch centrum weer wil activeren in de samenleving, moet je op zoek naar andere partners dan wanneer het over een veertiger of vijftiger gaat. Ik denk bijvoorbeeld aan buurthuizen of lokale dienstencentra. Dat zijn overigens ook plaatsen waar mentale problemen bij ouderen sneller gedetecteerd kunnen worden. Want kwetsbare ouderen die nog thuis wonen, bereiken we vaak heel moeilijk. Om hun noden te zien en hen te helpen, rekenen we extra op de eerste lijn: huisartsen, maar zeker ook eerstelijnspsychologen.”

Het belang van de eerste lijn wordt ook bekrachtigd door de Vlaamse Ouderenraad. “Psychologische hulp op de eerste lijn kan een groot verschil maken voor ouderen, maar soms is er gespecialiseerde hulp nodig”, zegt Rooze. “Voor ouderen is het aanbod op dit moment ontoereikend. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat er in psychiatrische ziekenhuizen te weinig bedden voor ouderen worden voorzien. En vaak zien we een combinatie van fysieke zorgnoden en psychiatrische problemen, maar die kunnen zelden op één plek behandeld worden. Al zien we ook op dat punt al mooie praktijken. Het AZ Delta in Roeselare opende bijvoorbeeld een nieuwe, geïntegreerde afdeling voor ouderen. Daarnaast zien we in steeds meer woonzorgcentra mooie trajecten rond dementie, waarbij wordt gekeken naar de individuele noden van mensen. Maar er zijn bijvoorbeeld ook woonzorgcentra die in samenwerking met een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg een groepsaanbod hebben uitgewerkt voor bewoners die recent verhuisd zijn, om over die overgang te praten. We hopen dat er in de toekomst steeds meer van die initiatieven ontstaan en dat de aandacht voor psychisch welzijn bij ouderen structureel verankerd raakt in het zorglandschap.”

Naast het wegnemen van drempels, formuleerde de Ouderenraad nog een hele resem andere beleidsvoorstellen. Zo wordt ervoor gepleit om de bronnen van draagkracht te versterken. “Als we aan preventie van psychologische problemen willen doen, moeten we de dingen stimuleren waaruit ouderen hun kracht en levenslust halen. Een sterk sociaal netwerk is daar één van. Maar ook alledaagse activiteiten en een betekenisvol engagement zijn belangrijk. Van vrijwilligerswerk tot opvang van kleinkinderen. Ouderenverenigingen kunnen hierin een belangrijke rol spelen, net als zorgzame buurten.”

Bynens wijst er op dat ook in de zorgopleidingen meer aandacht moet zijn voor mentale kwetsbaarheid bij ouderen. “We hebben in ons land geen specifieke afstudeerrichting ‘ouderenpsychiatrie’. En ook bijvoorbeeld in de opleiding psychologie komen psychische problemen specifiek bij ouderen amper aan bod. Onze leden geven aan dat hun personeel die expertise moet opbouwen door ervaring, maar dat er een grote lacune is in de opleidingen. We hopen trouwens ook dat de algemene beeldvorming rond chronische zorg stilaan verandert. Nu leeft bij veel studenten nog het idee dat die minder interessant of uitdagend zou zijn. Maar het is belangrijk dat we hen warm maken voor langdurige zorg met ouderen en/of personen met psychische problemen, want het is een zeer boeiende doelgroep en we zullen alle helpende handen nodig hebben.”

Good Practices

Er zijn wel al enkele goede praktijken waarbij drempels worden weggenomen, vertelt Rooze. “Zo zien we dat bepaalde organisaties ervaringsdeskundigen inzetten: ouderen die zelf vertellen op welke drempels ze gebotst zijn en wat hen daarbij heeft geholpen. Daarnaast is het ook een goed idee om psychologische zorg naar de doelgroep te brengen. Sommige woonzorgcentra of lokale dienstencentra nemen bijvoorbeeld een psycholoog in dienst.”

Marijse Bynens Lien Van Malderen Justine Rooze

Deze mooie voorbeelden worden ook duidelijk in de interne werkgroep lopende binnen Zorgnet-Icuro; vele voorzieningen gaan op eigen initiatief inventief te werk en gaan samenwerkingen aan om de nodige kennis, expertise uit te wisselen. Dat gebeurt vaak in twee richtingen, zowel wat betreft aanvullende expertise inzake geestelijke gezondheidszorg in de woonzorgcentra, als kennis inzake fysieke zorgomkadering in de geestelijke gezondheidszorg.

“We pleiten er niet per se voor dat elk woonzorgcentrum een eigen psycholoog moet hebben”, vult Bynens aan. “Maar wel dat men beroep kan doen op iemand met de juiste kennis van zaken. Onlangs opperde een van onze leden om bijvoorbeeld woonzorgcentra te kunnen laten werken met een referentiepersoon voor psychische problemen, net zoals die er nu al zijn voor dementie. Ook het bevorderen van inzet van eerstelijnspsychologen binnen woonzorgcentra zou een mogelijkheid kunnen zijn. Sowieso pleiten we ervoor dat er meer expertise gedeeld wordt en dat regelgevende kaders dit stimuleren. Zo zien we dat sommige ziekenhuizen nu al werken met ‘oudreach-teams’. Inderdaad: oud met een d. Ze werken outreachend voor ouderen, en sturen mobiele teams naar woonzorgcentra en thuiswonende ouderen. Een heel mooi initiatief, maar dit gebeurt momenteel enkel wanneer ziekenhuizen dat initiatief nemen, met eigen middelen. In sommige regio’s kunnen ouderen dus op zulke steun rekenen, in andere niet. Er is nood aan structurele oplossingen.”

TEKST: STEFANIE VAN DEN BROECK – BEELD: JONATHAN RAMAEL

Dag

Ik ben An, werkzaam als hoofdverpleegkundige in een wzc op de afdeling voor bewoners met dementie.
Jammer genoeg komen wij ook meer en meer in contact met ouderen met een psychische kwetsbaarheid, dit buiten het feit dat er dementie aanwezig is.
Ik ga nu starten met een project rond psychische kwetsbaarheid bij ouderen en het opnamebeleid hierrond.
Nu wordt er nog zeer snel gezegd dat deze bewoners met psychische kwetsbaarheid ook al hebben zij geen dementie, op de beschermde afdeling moeten worden opgenomen. In de praktijk ervaar ik dit als niet echt positief en ben nu vooral bezig met de medewerkers en beleid inzicht te geven in het waarom deze bewoners met psychische kwetsbaarheid niet thuis horen op de afdeling voor bewoners met dementie.
Kunnen jullie mij enkele tools geven die belangrijk zijn om zeker hierin op te nemen.

Vriendelijke groeten,
An

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.