Sara
19/05/2023
Personeel en Organisatie Kwaliteit Ethiek en zingeving Zorgbeleid Bestuur Algemene Ziekenhuizen Revalidatieziekenhuizen Woonzorg Geestelijke gezondheidszorg Eerste lijn

“Gezondheidszorg lijkt geen prioriteit voor beleidsmakers”

DOSSIER ZORG IN DETENTIE
Criminologe Sara De Meyer van het forensisch team CGG VAGGA

“Gezondheidszorg lijkt geen prioriteit voor beleidsmakers”

“De kloof tussen het beleid en de werkelijkheid in de gevangenissen wordt alleen maar groter,” zegt Sara De Meyer. Zij is criminologe van opleiding en coördineert het forensisch team van CGG VAGGA. Dat team is onder meer actief in de gevangenis van Antwerpen. Het hoofddoel is om de psychische detentieschade bij gevangenen te beperken. Maar de arbeidsomstandigheden zijn verre van ideaal. “Soms lijkt de beste houding om je niet te veel vragen te stellen en gewoon je werk te doen.”

CGG VAGGA biedt gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg aan kinderen en volwassenen met ernstige psychische problemen. Daarnaast heeft VAGGA enkele gespecialiseerde teams, waaronder het forensisch team, dat zowel in als buiten de gevangenis actief is.

“In de gevangenis brengen we laagdrempelige zorg,” zegt coördinator Sara De Meyer. “Onze begeleiding is altijd op vrijwillige basis, ze maakt geen deel uit van opgelegde maatregelen. Wij proberen in de eerste plaats de detentieschade te beperken. Soms bereiden we samen met de gedetineerde ook zijn rehabilitatie voor. We werken vraaggestuurd. Na hun vrijlating zijn gedetineerden nog welkom voor een vervolggesprek.”

Welzijn en recidive

“Detentieschade is psychische schade die iemand oploopt tijdens en als gevolg van de detentie. Het is in ieders belang om die zo klein mogelijk te houden. De kans op recidive hangt nauw samen met het welzijn in de gevangenis. Opgesloten worden, is altijd een grote schok. Hoe ga je daarmee om? Hoe ga je om met de onzekerheid tijdens de voorhechtenis, als je je straf nog niet kent? Wat doet dat met je identiteit? Wat betekent het voor de band met je partner, je gezin? Die vragen doemen onvermijdelijk op en hebben een impact op de gezondheid en het welzijn van elke gevangene.”

“Reken daarbij de omstandigheden. Zeker in de gevangenis van Antwerpen. De infrastructuur is belabberd. De overbevolking is onverantwoord. Dat zorgt voor extra stress. Hoe overleef je in zo’n situatie?”

“Het doet iets om te zien hoe mensenrechten met de voeten worden getreden”

“Veel gedetineerden worstelen al vóór de detentie met een psychische kwetsbaarheid. De detentieschade komt daarbovenop. De prevalentie van psychische problemen is een stuk hoger in de gevangenis dan in de samenleving.”

Sara
Sara De Meyer: “Ondanks de omstandigheden kunnen we met het forensisch team veel voor iemand betekenen. Dit is hulpverlening en ondersteuning pur sang”

Het kruipt in de kleren

“Vooral als we iets langere tijd met een gedetineerde aan de slag kunnen, maakt het forensisch team het verschil. De begeleiding hangt van veel zaken af: de duur van de voorhechtenis, de lengte van de straf, de motivatie van de gedetineerde… We werken ook met geïnterneerden die in de gevangenis verblijven in afwachting van hun doorstroom naar een forensische zorginstelling of hun vrijlating.”

“Het forensische team van CGG VAGGA bestaat uit een achttal personen, in totaal goed voor twee voltijds equivalenten. Wie van het team in de gevangenis werkt, doet dat maar één of twee dagen per week. De medewerkers zijn supergemotiveerd, maar dit werk kruipt in je kleren. Het moet je liggen, anders hou je het niet vol. Sowieso werkt niemand voltijds in de gevangenis. De omstandigheden zijn er niet naar. Er is veel geroep en agressie. We zien geregeld hoe mensenrechten geschonden worden. En je moet ook veel geduld hebben. Het is telkens wachten tot een gevangene gebracht wordt, en bij het minste incident – en dat zijn er nogal wat – ligt alles stil.”

“Ondanks die omstandigheden kunnen we met het forensisch team veel voor iemand betekenen. Dit is hulpverlening en ondersteuning pur sang.”

Rechten met de voeten getreden

“Het doet iets om te zien hoe mensenrechten met de voeten worden getreden. Basisrechten op het gebied van hygiëne worden niet nageleefd. Veel penitentiair beambten doen hun best, maar ik kan niet zeggen dat gevangenen met respect behandeld worden. Er hangt altijd agressie in de lucht. Dat weegt op iedereen. Maar het zit ook in kleine dingen. Als een gedetineerde naar de bibliotheek wil, moet hij daar soms zes weken op wachten. En dan heb ik het nog niet over de acht gedetineerden die een cel voor twee delen. Privacy? Nul. Sommige gevangen doen hun behoefte in de douche, om toch een beetje privacy te hebben. Met alle gevolgen op het vlak van hygiëne.”

“Ook hulpverleners bekruipt soms een gevoel van machteloosheid. Wij signaleren mistoestanden, maar er verandert niets, of tergend traag”

“Ook hulpverleners bekruipt soms een gevoel van machteloosheid. Wij signaleren mistoestanden, maar er verandert niets, of tergend traag. We vragen al lang een eigen gesprekslokaal, maar dat hebben we nog niet. We moeten een lokaaltje delen met andere professionals. Wie eerst komt, heeft geluk; ben je wat later, dan heb je pech. Het is altijd zoeken naar een geschikte plek.”

“Soms lijkt de beste houding om je niet te veel vragen te stellen en gewoon je werk te doen. Zo houd je het vol. Maar dat is geen ideale situatie. De versnippering van de bevoegdheden doet er ook geen goed aan. Veel loopt mis door onduidelijkheid. Randvoorwaarden voor goede gezondheidszorg vanuit het forensisch team – een Vlaamse bevoegdheid – zijn een minimum aan goede infrastructuur (zoals een gesprekslokaal) en geen overbevolking – federale bevoegdheden.”

“Telkens er sprake is van een nieuwe gevangenis die gebouwd zal worden, vragen we om rekening te houden met de noden. Maar we krijgen zelfs geen feedback. Gezondheidszorg, welzijn en herstel lijken geen prioriteit voor de beleidsmakers van het gevangeniswezen.”

“In de gevangenis zelf is die aandacht voor het welzijn er gelukkig nog wel. We hebben een goede relatie met de beleidscoördinator en met de gevangenisdirectie. Zij doen wat ze kunnen. Zo krijgen we bij een staking de mogelijkheid voor een minimale dienstverlening aan gevangenen. Dat is fijn, en dat was niet in alle gevangenissen zo, ook al bestaat er wetgeving hierover. Maar de verantwoordelijken in de gevangenis botsen zelf op de grenzen van de mogelijkheden.”

Sara
“Hoe enthousiast beleidsmakers ook communiceren over hun plannen en strategieën, op het terrein wordt het alleen erger. De kloof tussen beleid en werkelijkheid wordt groter”

Een voorrecht

“Ik ben criminologe van opleiding. Ik werk nu zes jaar in het forensisch team van CGG VAGGA. Het belangrijkste wat ik geleerd heb? Hoe naïef ik vroeger was. Ik had al veel gevangenissen bezocht in binnen- en buitenland. En toch stond en sta ik nog geregeld versteld. Hoe enthousiast beleidsmakers ook communiceren over hun plannen en strategieën, op het terrein wordt het alleen erger. De kloof tussen beleid en werkelijkheid wordt groter. De besparingen en de overbevolking staan diametraal tegenover het ronkende beleidsdiscours. Onlangs opnieuw. Met grote trom worden kleinschalige initiatieven aangekondigd. Mooi! Maar als puntje bij paaltje komt, blijkt het weer voor driehonderd gevangenen te zijn. Kleinschalig?”

“Toch zie ik veel passie bij de mensen die in de gevangenis werken. Op een of andere manier is het een voorrecht om hier te werken. ‘Beschaving toont zich in de manier waarop een samenleving omgaat met de meest kwetsbaren,’ zei Gandhi. Ik moet daar vaak aan denken als ik aan het werk ben.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE – BEELD: TINI CLEEMPUT

 

Lees het hele dossier over zorg in detentie

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.