Bert Lambeir Zorgwijzer
14/01/2022
Zorgbeleid Geestelijke gezondheidszorg

“Kritisch maar constructief ploeteren op de bouwwerf van de samenleving”

Bert Lambeir over sociaal werk en geestelijke gezondheidszorg

“Kritisch maar constructief ploeteren op de bouwwerf van de samenleving”

Januari 2022

Sociaal werkers staan met beide voeten in de samenleving. Ook in de geestelijke gezondheidszorg spelen ze een cruciale rol in het herstel van de patiënt. Dat zegt Bert Lambeir, gepokt en gemazzeld in het sociaal werk, maar sinds goed een jaar algemeen directeur van de Alexianen Zorggroep Tienen. Bert Lambeir breekt ook een lans voor schakelzorg en voor het slopen van muurtjes in en tussen organisaties. “Dit is geen pleidooi voor eenheidsworst, integendeel,” benadrukt hij.

De wortels van Bert Lambeir liggen vooral in het sociaal werk. Hij was onder meer twaalf jaar directeur van wat sinds de fusie in 2014 CAW Oost-Brabant heet en daarvoor coördineerde hij enkele jaren het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, een consortium van de Vlaamse universiteiten, dat beleidsmatig onderzoek doet in opdracht van de bevoegde Vlaams minister. Van opleiding is Lambeir trouwens pedagoog, met een doctoraat aan de KU Leuven. Toch koos hij er eind 2020 voor een nieuwe richting in te slaan.

“Ik heb altijd graag bij het CAW gewerkt, maar het is goed voor een organisatie als er op tijd wat nieuw bloed komt, ook aan de top. En voor mezelf was de tijd rijp voor andere horizonten. Ik wil mezelf blijven uitdagen, zodat ik andere mensen kan inspireren en op sleeptouw nemen. De vele jaren ervaring in het CAW komen me uiteraard goed van pas als algemeen directeur van de Alexianen Zorggroep Tienen (AZT). Sociaal werkers hebben sowieso een brede blik. Hoe je omgaat met iemand met een sociale problematiek verschilt in wezen niet zoveel van hoe je kijkt naar iemand met een psychiatrische problematiek. We spreken immers niet van een ‘problematische mens’, maar van een ‘mens met bepaalde problemen.’ Die zienswijze delen het sociaal werk en de geestelijke gezondheidszorg. In die zin was het goed thuiskomen bij de Alexianen. De vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg heeft zich hier vertaald in sterke mobiele equipes, in initiatieven beschut wonen, in aandacht voor activering via het arbeidscentrum. Maar ook in de gespecialiseerde residentiële afdelingen vertrekken we vanuit de verschillende levensdomeinen als basis voor herstel en betekenisgeving. Ik kan me vanuit mijn achtergrond in het sociaal werk goed identificeren met de aanpak hier. Dat lijkt me ook essentieel voor een directeur.

Stepped care, zorgpaden, geïntegreerde zorg, aandacht voor preventie, ontschotting en samenwerking over de lijnen heen… Het zit allemaal in die visie van de schakelzorg”

Wist je trouwens dat op elke afdeling van het psychiatrisch ziekenhuis Alexianen een sociaal werker actief is? Een opname is voor een patiënt en zijn netwerk een ingrijpende ervaring. Voor de patiënt betekent het dat hij noodgedwongen even de pauzeknop indrukt: hij stapt tijdelijk uit het werk, de school, het gezin… Dat is nooit evident. Er komt heel wat bij kijken. Vaak ook op financieel gebied. Het is onze missie om te werken aan het herstel. We kunnen misschien niet iedereen ‘genezen’, maar we kunnen mensen wel leren omgaan met hun problematiek, zodat ze zich kunnen handhaven in het leven en een zinvol bestaan kunnen uitbouwen. Dat gaat niet vanzelf. De sociaal werkers op de afdeling maken deel uit van het multidisciplinaire team. Van vóór de eigenlijke opname tot na het ontslag blijven ze de patiënt en zijn netwerk volgen en ondersteunen op psychosociaal, administratief en juridisch gebied. Sociaal werkers zorgen ervoor dat mensen hun rechten kunnen opnemen. Ze tonen patiënten en hun netwerk de weg naar het CAW, de mutualiteit, het OCMW… Ze praten met het gezin en de kinderen, gaan soms op huisbezoek, nemen waar nodig contact op met bewindvoerders enzovoort. Door al die lasten op zich te nemen, geven sociaal werkers de patiënt en zijn netwerk zoveel mogelijk ruimte om zich te focussen op het eigenlijke herstel. We zouden als ziekenhuis gemakkelijk kunnen zeggen: dat is niet onze opdracht. Maar dat is het wél. Het hoort bij het herstel, zowel tijdens als na de opname.”

Is uw beeld van de psychiatrie veranderd sinds u de overstap maakte vanuit het CAW?

“Toen ik bij het CAW werkte, was het sowieso soms moeilijk om een beeld te krijgen van de geestelijke gezondheidszorg. Dé ggz bestaat overigens niet. Ik zie het veeleer als een continuüm. Iedereen heeft wel eens een mindere dag, een moment van onwelbevinden. Maar dat is niet hetzelfde als een psychisch probleem, wat op zijn beurt niet gelijk staat aan een psychiatrische problematiek. Maar waar begint het ene en eindigt het andere? Uiteindelijk ondersteunen we mensen die zich niet goed voelen. We zoeken naar een manier om ze verder te helpen, om hun kracht en mogelijkheden aan te boren. De wijze waarop we dat doen – met diverse therapieën, behandelingen en al dan niet gecombineerd met medicatie – verschilt van mens tot mens en van situatie tot situatie. De geestelijke gezondheidszorg en hoe we ons organiseren is een permanente zoektocht. Elke definitie is relatief. Daarom hou ik wel van dat denken vanuit een continuüm.

Bert Lambeir
Bert Lambeir

Is mijn beeld op de psychiatrie het afgelopen jaar dan veranderd? Toch wel, als ik eerlijk ben. Op het gevaar af wat melig te klinken: ik was oprecht verrast door de openheid van de psychiatrie en het psychiatrisch ziekenhuis. Vroeger waren die ziekenhuizen afgesloten eilanden, vandaag zijn het veel meer open huizen. We streven ernaar een plek in de samenleving te zijn. We werken samen met het netwerk rond de patiënt en met de collega’s van de eerste en de tweede lijn. Dat is nodig met het oog op dat continuüm van zorg. Ik gebruik hiervoor graag het woord schakelzorg: wanneer het moet schakelen we een versnelling hoger, zodra het kan schakelen we weer een versnelling lager. Stepped care, zorgpaden, geïntegreerde zorg, aandacht voor preventie, ontschotting en samenwerking over de lijnen heen… Het zit allemaal in die visie van de schakelzorg.

De eerstelijnszones hebben na een moeizame start voor een gezonde dynamiek gezorgd. Essentieel is dat ook de geestelijke gezondheidszorg zich in de eerstelijnszones verankert. Zo kan de ggz haar rol spelen in het continuüm van zorg. Dat is geen pleidooi voor eenheidsworst, integendeelHet gaat erom dat we de juiste zorg op de juiste plaats voor de juiste patiënt op het juiste moment inzetten. Een absolute voorwaarde hiervoor is dat we goed samenwerken en dat we elkaar kennen. Waarin verschillen we en waar ligt ons gemeenschappelijk streven?

Schakelzorg moeten we ook intern in onze organisaties waarmaken. In het CAW heb ik gepoogd zoveel mogelijk interne muurtjes te slopen. Bijvoorbeeld door in plaats van teams op basis van een expertise te kiezen voor regioteams die multidisciplinair zijn samengesteld. In het psychiatrisch ziekenhuis streven we ook naar die interdisciplinariteit in alle afdelingen. En in onze woonzorgcentra zitten in elk team naast verpleegkundigen, zorgkundigen, een ergotherapeut, een kinesitherapeut en een sociaal werker, ook een psycholoog en een pastor.

“Ik pleit voor een zekere mildheid tegenover onszelf en de anderen. Of zoals één van onze psychiaters onlangs zei: ‘We moeten meer traagheid toelaten.’”

Onze visie op geestelijke gezondheidszorg is ook sterk verbonden met de tijdsgeest. Wat we onder geestelijke gezondheid verstaan, evolueert voortdurend. Dat merk je weer met corona. De context is veranderd en dus kijken we op een andere manier naar ons mentaal welzijn. Hetzelfde met nieuwe drugs die op de markt komen of problematisch internetgebruik… Op elke nieuwe uitdaging moeten we nieuwe antwoorden proberen te vinden. Die oplossingen zijn nooit in steen gebeiteld. Hoe de ggz er over twintig jaar zal uitzien, weet niemand. Ja, we kunnen wel scenario’s bedenken vanuit wat we vandaag ervaren: de jongvolwassenheid als cruciale leeftijd, het stijgend aantal gedwongen opnames, de vergrijzing die onvermijdelijk een impact zal hebben op de ouderenpsychiatrie… Maar daarnaast zijn er de steeds snellere maatschappelijke veranderingen die ons voor telkens nieuwe uitdagingen plaatsen. Een vaste waarde hierin, ook binnen de psychiatrie, is het belang van zingeving. Het gaat erom dat je ondanks je problematiek toch zin kan geven aan je bestaan, dat je het draaglijk maakt en dat je ermee kan leven. Het is  iets waar we bij Alexianen Zorggroep Tienen veel aandacht aan schenken.”

U was tot voor kort actief bij het Vlaams Platform Sterk Sociaal Werk. Wat is dat precies en waarom is het nodig?

“Het platform is gegroeid uit de eerste Sociaalwerkconferentie van 2018. Die conferentie kwam er op vraag van het algemeen welzijnswerk na de Eerstelijnsgezondheidsconferentie. Ik was nauw betrokken bij de organisatie van de Sociaalwerkconferentie. Daaruit is een dynamiek ontstaan die vorm kreeg in het Platform Sterk Sociaal Werk. Het is dat platform dat nu volop bezig is met de organisatie van de tweede Sociaalwerkconferentie op 5 mei 2022. Ik volg dat nog mee vanuit mijn engagement in Sociaal.Net, maar natuurlijk minder actief dan vroeger vanuit het CAW.”

Wat betekent sterk sociaal werk voor u?

“Sterk sociaal werk ploetert kritisch maar constructief mee op de bouwwerf van de samenleving. Sociaal werk is per definitie kritisch: we bewegen ons aan de onderkant van de samenleving en gaan aan de slag met de tekorten van de bestaande structuren. Sociaal werk houdt daarom altijd een bepaalde kritiek in. Tegelijk zijn sociaal werkers constructief: ze zoeken oplossingen, ze staan zoals de beste stuurlui op het schip, ze bouwen mee aan de samenleving. Het gaat altijd om de samenleving, om het collectief. Ook als we werken met het individu, doen we dat altijd in een bredere maatschappelijke context. Werken we met een dakloze, dan kaarten we de woonproblematiek aan. Hebben we te maken met familiaal geweld, dan buigen we ons over het geweld in de samenleving. Dat bouwen aan de samenleving houdt overigens nooit op. Het blijft een bouwwerf. Er zullen altijd groepen mensen zijn voor wie de lat te hoog wordt gelegd, die uit de boot vallen.

“Sociaal werk houdt altijd een bepaalde kritiek in. Tegelijk zijn sociaal werkers constructief: ze zoeken oplossingen, ze staan zoals de beste stuurlui op het schip, ze bouwen mee aan de samenleving”

Uw formulering herinnert aan de speedbootmetafoor van psychiater Dirk De Wachter.

Ik kan me wel vinden in die metafoor. De context van onze samenleving is danig veranderd. Hoe we vandaag in het leven staan, is helemaal anders dan het leven onder de kerktoren van vroeger. Omgaan met die steeds snellere veranderingen en hogere verwachtingen is niet gemakkelijk en heeft ook zijn effect op mensen. Ik pleit voor een zekere mildheid tegenover onszelf en de anderen. Of zoals één van onze psychiaters onlangs zei: ‘We moeten meer traagheid toelaten’. De druk op jongeren is niet te onderschatten. We merken dat bijvoorbeeld aan het toenemende aantal jongeren met eetstoornissen. Ook de impact op jongeren van de coronapandemie en de maatregelen is nog altijd onderbelicht.

Waar zal de tweede Sociaalwerkconferentie in mei 2022 op focussen?

Tijdens de eerste conferentie is de gigantisch grote variatie aan praktijken onder de aandacht gekomen. Maar onder al die diversiteit schuilt een gemeenschappelijk DNA. We willen dat DNA opnieuw benoemen en zoeken hoe we dat in de veranderende context – op de bouwwerf van de samenleving in ontwikkeling – vorm kunnen geven. Wat is ons DNA? En kunnen we vandaaruit ons gemeenschappelijk streven benoemen, als een soort van kompas dat de weg wijst? Wat is ons ideale maatschappijbeeld? Ja, een zekere naïviteit is noodzakelijk voor het sociaal werk. Eens we dat DNA helder hebben, moeten we dat vertalen naar de opleidingen, naar het beleid, naar de erkenning van de opdracht van sociaal werkers. Sociaal werk wordt niet altijd gewaardeerd. Het is uitgesproken politiek, in de zin dat het de samenleving mee vorm wil geven en dat het kritisch staat. Sociaal werk gaat in tegen de individualisering die om zich heen grijpt. Daarom is het zo belangrijk.

TEKST: FILIP DECRUYNAERE – BEELD: SOPHIE NUYTTEN

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.