11/12/2017
Woonzorg

Extreme pragmatiek is de ziekte van onze tijd

12 december 2017

AFSCHEIDSINTERVIEW GEDELEGEERD BESTUURDER PETER DEGADT

EXTREME PRAGMATIEK IS DE ZIEKTE VAN ONZE TIJD

Gedelegeerd bestuurder Peter Degadt gaat met pensioen. Tien jaar lang stond hij aan het hoofd van Zorgnet-Icuro. Tien jaar van verandering en vernieuwing. Tien jaar van dialoog en samen­werking. Tien jaar waarin Zorgnet-Icuro niet alleen zichzelf op de kaart zette, maar vooral ook de zorgvoorzieningen een stem gaf en meer dan ooit woog op het beleid. “Vergeet zeker niet alle leden en het hele team te bedanken. Tenslotte hebben zij het verschil gemaakt”, drukt Peter Degadt me aan het begin van het interview op het hart. Het tekent hem ten voeten uit.

Hoe was het om in 2007 aan het roer te komen van wat toen nog het Verbond van Verzorgingsinstellingen (VVI) heette?
Peter Degadt: “We maakten toen het einde van een tijdperk mee. Het VVI was als koepelorganisatie via Caritas lange tijd in de katholieke zuil ingekapseld. Veel organisaties kwamen in die periode los van de zuil en moesten op eigen benen leren staan. De macht die je vroeger in de schoot geworpen kreeg omdat je tot een zuil behoorde, viel weg. In de plaats daarvan moest je je gezag verwerven, op basis van dossierkennis en expertise. We moesten als koepelorganisatie onze leden beter vertegenwoordigen en naar buiten treden met goed overwogen standpunten die de toets van de kritiek konden doorstaan. Wij hebben toen, samen met voorzitter Guido Van Oevelen, het bestuur en het hele team, hard ingezet op goede informatie voor onze leden én op studie en actie.

Als je vandaag invloed wil in de politiek, dan moet je om te beginnen zorgen voor gedragenheid voor je oplossing bij je leden en in de sector. Ten tweede moet je standpunt gebaseerd zijn op rationele feiten, cijfers, studies en analyses en niet louter op macht of emotie. Die strategie is een schot in de roos gebleken. We zijn erin geslaagd het maatschappelijke debat mee te sturen. Ook vandaag gaan we in tegen het populistische discours dat gezondheidszorg vooral veel geld kost. Voor ons is gezondheidszorg geen kost, maar een investering in de mensen en de samenleving. De return on investment voor onze economie is bovendien ontzettend groot. Dankzij een gezonde bevolking krijg je een gezonde economie. Er zijn voldoende studies die dat onderbouwen.

Als koepelorganisatie zocht het VVI in die tijd ook meer aansluiting bij zijn leden?
Onze leden zijn onze stakeholders, zo eenvoudig is het. We zijn gestart met tevredenheidsmetingen en hebben verschillende keren een ronde van Vlaanderen gemaakt om te luisteren naar de noden, de frustraties en de verwachtingen. Samen met onze medewerkers heb ik al die jaren ontzettend veel kilometers afgelegd om te luisteren. Op basis van al die waardevolle informatie hebben we onze meerwaarde als koepelorganisatie versterkt. We zijn ons helemaal gaan concentreren op onze drie basiswaarden: toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Om die omslag nog beter in de verf te zetten, kozen we een nieuwe naam: Zorgnet Vlaanderen, later Zorgnet-Icuro. Zo was het idee van netwerkorganisatie gelanceerd. Goede communicatie, vanuit een heldere visie en met sterke argumenten, werd een sleutel­factor. Zowel intern met onze leden als extern met onze partners, overheden en andere stakeholders. Die omslag naar een nieuw soort koepelorganisatie bleef niet onopgemerkt. We gingen naar de essentie en het gebouw heeft meer dan eens op zijn grondvesten gedaverd, maar uiteindelijk zijn we er met zijn allen in geslaagd om onszelf heruit te vinden als een moderne, relevante en hechte organisatie.

“Het economische discours en de verzakelijking in onze maatschappij maken ons niet milder. We eisen veel van elkaar. We voelen ons klant en gedragen ons als koning. Dat is geen gezonde basis.”

In de loop der jaren hebben we ook onze interne structuren aangepast, met meer oog voor inspraak en participatie. Ook hier stond goede communicatie centraal. Je ideeën en je diensten mogen nog zo goed zijn, als je ze niet communiceert, dan kennen de mensen ze niet en krijg je geen betrokkenheid. Zeg wat je doet en doe wat je zegt, is een van mijn motto’s. We zijn uit onze eigen cocon, uit de eigen zuil gebroken, voor een dialoog met iedereen. Dat ging niet altijd gemakkelijk. Soms liep het niet zoals we gedroomd hadden, maar met de keuze voor een open debat hebben we wel een en ander in beweging kunnen brengen. Zorgwijzer heeft hierin een rol gespeeld, net als onze studiedagen, colloquia, memoranda, onze communicaties in pers en media en onze actieve rol op diverse fora. We zijn met Zorgnet-Icuro niet aan de kant blijven staan toen de tijdsgeest veranderde; we hebben de verandering omarmd. En dat doen we vandaag nog altijd. Met de verjonging van onze ploeg de afgelopen jaren zijn weer nieuwe, frisse ideeën binnengekomen. Met Margot Cloet en voorzitter Etienne Wauters aan het stuur zal Zorgnet-Icuro ongetwijfeld zijn rol in het maatschappelijke debat over gezondheidszorg actief blijven opnemen.

DRIE MIJLPALEN

Belangrijke mijlpalen waren de congressen voor de ouderenzorg, de ziekenhuizen en de geestelijke gezondheidszorg?

Ja, met als eerste mijlpaal het congres ‘GPS 2021: Nieuwe navigatie voor de ouderenzorg’ in 2010. Dat congres was twee jaar voorbereid met debatten met interne en externe stakeholders. Het was nodig om een visie op middellange termijn voor de ouderenzorg te ontwikkelen. De vergrijzing, de beperkte middelen, de geëmpowerde cliënt, de samenwerking tussen voorzieningen en met de thuiszorg, de creatie van nieuwe woonzorgvormen en woonzorgzones, de netwerkvorming… Het werd toen allemaal definitief op de kaart gezet en we stippelden ook de weg ernaartoe uit. Ik weet dat veel woonzorgcentra nog af en toe teruggrijpen naar het Werkboek dat bij het congres hoorde. Het is visionair gebleken en heeft nog altijd zijn waarde.

In 2013 was er het congres ‘Together we care’ voor de ziekenhuizen. Ook dat boek, met een stevige inbreng van dr. Johan Pauwels, heeft niets aan actualiteit ingeboet. We hebben toen gezaaid wat we vandaag oogsten. We hebben op het congres oplossingen gepresenteerd voor een nieuw zorgmodel, dat tegemoet komt aan de nieuwe context van vergrijzing, chronische zorg, multimorbiditeit, nieuwe technologie en beperkte middelen. Onze oplossing koos voor een zorg dicht bij de mensen door een sterke samenwerking met de eerste lijn. Veel gezondheidszorg kan vandaag al in de thuiscontext plaatsvinden en als mensen tijdelijk even opgenomen moeten worden in het ziekenhuis, staan we daar klaar voor. Dat vergt een andere organisatie, met een sterk horizontaal netwerk. Ik ben er trots op dat die organisatie vandaag zowel in het Vlaamse als het federale regeerakkoord staat. Ja, we mogen die pluim op onze hoed steken.

Daarnaast stelden we voor om van een concurrentiemodel te evolueren naar klinische netwerken van ziekenhuizen die nauw samenwerken. Ook dat model staat vandaag in het regeerakkoord en het wetsontwerp van minister De Block is klaar. Die enorme verandering is gelukt door een heel goede voorbereiding op basis van sterke argumentatie. We hebben tien jaar vooruit gedacht. Het bewijst dat Zorgnet-Icuro niet zomaar een federatie is die alleen opkomt voor de eigen belangen. We staan niet op de rem bij veranderingen. Integendeel, we sturen zelf aan op verandering, om onze basiswaarden kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid ook in de toekomst te kunnen realiseren. Soms moet je het systeem durven veranderen om trouw te blijven aan je basiswaarden.

Hetzelfde gebeurde in de geestelijke gezondheidszorg, met als mijlpaal het congres ‘Open Minds’ in 2016. Ook dat congres was goed voorbereid. Geestelijke gezondheid is voor ons geen exclusief terrein van de gezondheidszorg, maar zit overal in de samenleving. Stress, burn-out, spanningen in de samenleving, de mentale fitheid van mensen, de hoge suïcidecijfers… Je kunt die zaken niet los zien van elkaar. Het economische discours en de verzakelijking in onze maatschappij maken ons niet milder. We eisen veel van elkaar. We voelen ons klant en gedragen ons als koning. Dat is geen gezonde basis. Als ik een aannemer aanspreek om mijn huis te verbouwen, dan moet ik respect tonen voor zijn vakmanschap, en zo kunnen we doelstellingen bepalen. Dus niet: ‘Ik eis dit en ik eis dat…’, maar een dialoog vanuit wederzijds respect. Hetzelfde geldt voor de relatie werkgever-werk­nemer. Elke onevenwichtige relatie vreet aan de mentale gezondheid en veroorzaakt op den duur geestelijke gezondheidsproblemen. Op het congres ‘Open Minds’ hebben we met feiten en cijfers van internationale experten aangetoond dat het lonend is voor de samenleving om te investeren in de mentale fitheid van de burgers. Het bespreekbaar maken hiervan, is een eerste stap. We kunnen samen veel problemen voorkomen door erover te praten en rekening te houden met elkaar: in bedrijven, in organisaties, in onze buurt… Als iemand in een burn-out terechtkomt hebben we, allemaal samen, te laat ingegrepen. Niet alleen de persoon in kwestie zal hier nog jaren de gevolgen van dragen, ook de samenleving en de economie. Zelfs puur economisch be­keken is het verstandig om in een mentaal gezonde samen­leving te investeren. Dat is een positieve boodschap. Nu zijn we volop bezig met de implementatie hiervan. Bijvoorbeeld door de ‘mental health literacy’ te bevorderen: we hebben immers een taal nodig om hierover te praten. Taal creëert op zichzelf al mogelijkheden: we krijgen grip op de dingen door ze te benoemen. Het is een eerste, essentiële stap als je de aandoening wil te lijf gaan.

Verder moeten we er blijven voor opkomen om geestelijke gezondheidszorg zoveel mogelijk in de samenleving te integreren. Mensen met een psychisch probleem mogen we niet nodeloos in een instelling opnemen. Het klassieke psychiatrische model wordt terecht in vraag gesteld. Zorg aan huis in samenwerking met het netwerk is vaak een betere oplossing. Kleine dingen laten vaak toe dat mensen, ondanks hun kwetsbaarheid en vanuit hun krachten, in de samenleving kunnen blijven functioneren. Wat blokkeert mensen? Welke perspectieven kunnen we hen bieden? Hoe kunnen we herstelgericht werken? Dat zijn de vragen die we moeten stellen en dan komen we als beste oplossing dikwijls uit bij de context waar mensen wonen, leven en werken. Je helpt mensen niet door ze te isoleren. De mobiele teams en de centra geestelijke gezondheidszorg spelen hierin een cruciale rol. Zij hebben erg veel expertise die ze graag willen delen: ambulant of aan huis, maar ook bij partners als woonzorgcentra, gehandicaptenvoorzieningen, gevangenissen… De integratie werkt. Alleen zou het allemaal wat sneller mogen gaan. Daarnaast moeten we uiteraard ook oplossingen bieden voor mensen met heel ernstige psychiatrische problemen. Zij zullen nood hebben aan een verblijf in de ziekenhuizen en soms ook voor langere tijd als dat nodig is. Sommige patiënten hebben die omkadering nodig. En die omkadering is vandaag te laag. Sommige mensen zijn een gevaar voor zichzelf of anderen. We mogen daar niet blind voor zijn.

Is de samenleving klaar voor die vermaatschappelijking? Het aantal gedwongen opnames stijgt en sommige deskundigen wijten dat mee aan de vermaatschappelijking. Als onze buur zich te asociaal gedraagt, dan bellen we de hulpdiensten en zijn we van ‘dat probleem’ verlost?
Dat klopt. Onze boodschap is dan ook mee aan de samenleving gericht. Vroeger werd iemand met mentale problemen in een voorziening ‘gedropt’ en konden we als samenleving lekker verder doen, alsof er niets aan de hand was. Vandaag weten we dat veel van die mensen helemaal niet in een voorziening thuishoren. Isolatie biedt geen duurzame oplossing. Buurtwerking en samenlevingsopbouw zijn heel waardevol, maar kunnen alleen slagen met gedragenheid in de buurt. Dat is niet gemakkelijk en ik wijs niemand met de vinger. Het zou helpen als we allemaal wat toleranter zouden zijn. Maar ook veiligheid is belangrijk. De vermaatschappelijking mag het samenleven niet onveilig of onwerkbaar maken. Daarom moeten we buurtzorg en het sociaal weefsel actief ondersteunen. Wat hier ook weer meespeelt, is de grote druk op ons allemaal. Efficiëntie, rendabiliteit… we vragen veel van elkaar en van onszelf. Economisch is dat een troef, maar het zet een samenleving wel danig onder druk. Het is geen oplossing om iedereen die niet mee kan ergens in een voorziening te plaatsen. Dat is niet wenselijk, niet menselijk en ook niet betaalbaar. Lokale besturen, de overheid, het middenveld, sociale partners en tal van organisaties hebben hier een grote verantwoordelijkheid. Nog te vaak schuiven we problemen naar elkaar toe, terwijl we die alleen samen kunnen oplossen. Een psychiatrisch ziekenhuis kan zeggen: ‘We nemen deze persoon niet op, want hij hoort hier niet thuis.’ En de samenleving kan antwoorden: ‘Breng die persoon naar een instelling, want hij is niet onze zorg.’ Waar staan we dan met zijn allen?

Toch ben ik optimistisch. Als ik bijvoorbeeld kijk naar al die mooie, kleine verhalen in ‘Iedereen Beroemd’. Soms grappige maar tegelijk aangrijpende situaties, die met veel warmte en solidariteit in de buurt worden opgelost. Dat is óók de wereld zoals hij is. Heel veel vrijwilligers zetten zich ook dagelijks in de zorgvoorzieningen in. Dat is een enorm potentieel. Die mensen zorgen mee voor de kwaliteit van de zorg. En omgekeerd bijvoorbeeld stellen woonzorgcentra zich meer en meer open op in hun buurt. Die integratie van samenleving en zorg, het inzetten op sociaal kapitaal als hefboom voor goede zorg, wordt door alle studies als de beste oplossing naar voren geschoven. Professionele en niet-professionele zorgverleners zoals mantelzorgers en vrijwilligers, hebben elkaar nodig en slaan de handen in elkaar. Samen kunnen we een omgeving creëren die ziekte en afhankelijkheid zoveel mogelijk voorkomt, die kwetsbaarheid zo snel mogelijk detec­teert en die een netwerk vormt voor iedereen. Als we daarin slagen, kunnen we veel leed voorkomen, maar ook veel onnodige kosten. Preventie is meer dan vaccinatie. Het is gezond leven, gezond werken, gezond wonen, gezond samenleven. Hiervoor is vandaag een sterker platform nodig, dat de dialoog tussen mensen bevordert, vooral ook op het lokale vlak. Het zou een sterk thema zijn voor de lokale verkiezingen. Niet zomaar zeggen: we gaan een extra woonzorgcentrum bouwen, maar ook kijken hoe je een veilige omgeving kunt creëren, het buurtwerk kunt stimuleren, cultuur creë­ren, intergenerationele solidariteit kunt bevorderen… Al die dingen samen helpen om onze gezondheidszorg toegankelijk, kwaliteitsvol en betaalbaar te houden.

EEN VERBINDEND VERHAAL

Moet de sector gezondheidszorg ook niet dringend nauwer samenwerken met vrij evidente partners als de milieu- en natuurbewegingen?
Helemaal akkoord. Het fijn stof, de verkeersoverlast, de klimaatverandering… Het heeft allemaal een geweldige impact op onze gezondheid. Eigenlijk zouden we als samenleving grote doelstellingen moeten durven formuleren. Doelstellingen die mensen enthousiast maken en in beweging brengen. Een verbindend verhaal waar mensen in geloven en willen voor gaan. Ik denk dat we hiervoor ook de overheid moeten hervormen. Het is vandaag geen goede oplossing meer om allemaal vakministers en departementen als silo’s naast elkaar te hebben. De minister van Welzijn heeft zijn doelstellingen, de minister van Milieu heeft haar agenda en de minister van Economie zit in zijn eigen wereld gevangen… Een overkoepelend verhaal ontbreekt en dat heeft onder meer met die structuren te maken. Wij schuiven het begrip health in all policies graag naar voor. We zouden dus meer baat hebben bij een matrixstructuur met een viertal grote thema’s, bijvoorbeeld: Mensen, Omgeving, Methodiek en Middelen. Onder Mensen valt dan alles wat betrekking heeft op onderwijs en opleiding, gezondheid en welzijn, armoede, sport, cultuur enzovoort. Onder Middelen vallen economie, financiën, begroting. Onder Methode komt innovatie, ICT, organisatievormen en wetgeving…Omgeving bevat ruimteplanning, infrastructuur, veiligheid, mobiliteit. Op dat overkoepelende niveau zouden ambitieuze ideeën en doelstellingen geformuleerd moeten worden, die daarna gezamenlijk door een team van ministers en ambtenaren gestuurd en gerealiseerd worden. Waarbij een minister van Milieu óók iets te zeggen heeft over de gezondheidszorg en de minister van Economie óók een vinger in de pap heeft als het gaat over Mensen en Omgeving. En dan zou een regering ook als één team geëvalueerd moeten kunnen worden en niet elke minister op zijn of haar domein, want dat zorgt voor versplintering, verdeeldheid en na-ijver en zo verliezen we de grote doelstellingen uit het oog.

Even terug naar de mijlpalen en hoe Zorgnet-­Icuro er op cruciale momenten in geslaagd is op het beleid te wegen en mee de richting te bepalen. Als u het zo vertelt, lijkt het allemaal heel vlot en gemakkelijk gegaan te zijn. Je organiseert een congres, stippelt de lijnen uit en hup, de volgende regering neemt het in haar regeerakkoord op. Klopt dat beeld?
Nee, want tussen een congres en de dagelijkse realiteit “staan wetten in de weg, en praktische bezwaren.” Het is dag na dag werken aan de uitvoering. En het is niet vanzelf gegaan. We hebben met het hele team hard gewerkt en dikwijls onze nek uitgestoken. Ook na de jongste staatshervorming leven we nog altijd in een erg ingewikkeld land. Dat is een realiteit, maar het vormt ook een opportuniteit voor het middenveld. Politici en ambtenaren worstelen zelf ook met het complexe kluwen dat de gezondheidszorg is. Als je dan als koepelorganisatie je expertise aanbiedt en met gedragen oplossingen komt, dan maak je een kans. Die gedragenheid is cruciaal. Daarom dat we zoveel aandacht besteden aan communicatie en dialoog met heel veel partners, ook uit de academische wereld. Onze voorstellen zijn niet op lucht gebouwd. Ze vertrekken ook niet van het eigenbelang van onze leden, wel vanuit onze visie. In dat opzicht zijn we zelfs een vrij voorspelbare en daarom betrouwbare partner. We zijn geen lobby­groep die alleen voor de eigen achterban spreekt. Dat is kortetermijnpolitiek en daar geloof ik niet in. Een langetermijnvisie is misschien idealistischer, maar wat is daar verkeerd mee? We missen net vaak dat grotere verhaal. Extreme pragmatiek is de ziekte van onze tijd. Wie denkt en handelt vanuit waarden en een consensus nastreeft, kan mensen inspireren. Zorgnet-­Icuro heeft altijd consequent die lijn gevolgd, trouw aan onszelf. En dat is een goede strategie gebleken.

peter degadt

Zorgt dat soms niet voor spanningen met de leden? Verwachten die van een koepelorganisatie niet in de eerste plaats dat ze de belangen van haar leden verdedigt?
Er zijn turbulente periodes geweest. Wij hebben van onze leden zware inspanningen gevraagd. Alle veranderingen die we zelf mee op de sporen hebben gezet, zijn soms zwaar geweest. Denk aan de ouderenzorg die na de staatshervorming heel lang in grote onzekerheid heeft moeten leven: over de financiering, over bouwprojecten, over de dagprijs, over het statuut van hun personeel… Alles stond op losse schroeven. Directeurs en bestuurders van woonzorgcentra hadden geen houvast. Natuurlijk worden dan kritische vragen gesteld. Maar we hebben die hindernissen één na één genomen met een nieuw Vlaams beleid. Hoe hebben we dat voor elkaar gekregen? Door te luisteren naar onze leden, door aan de slag te gaan met hun vragen en opmerkingen, door dialoog en communicatie. Maar altijd vanuit onze visie en onze waarden. We hielden de lijn aan met minister Vandeurzen. Dat was soms spannend, maar we zijn er altijd samen uit geraakt.

LUIS IN DE PELS

Hebt u dan nooit aan uzelf getwijfeld?
Natuurlijk wel. Doe ik het goed genoeg? Kom ik voldoende op voor onze leden? Ik ben niet ongevoelig voor kritiek. Wanneer is kritiek terecht? Het is bijwijlen een eenzame job. De leden nemen deel aan de besluitvorming, en zitten ook niet altijd meteen op één lijn. Als je je job ernstig neemt en een uitdaging niet uit de weg gaat, kan je nooit voor iedereen goed doen. Dat beseffen de leden ook wel. Maar we zijn er wel in geslaagd om onze leden-voorzieningen door de moeilijke veranderingen te loodsen. Dankzij ons goed gedocumenteerd verhaal.

De vergrijzing, de chronische zorg, de multimorbiditeit, technologie, budget…: die hebben wij niet uitgevonden hé. Dat is de realiteit. En onze oplossingen zijn niet op drijfzand gebaseerd, maar op internationale studies. It makes sense wat we vertellen. We vertalen alle uitdagingen en oplossingen zo goed mogelijk naar onze concrete situatie. Onze leden beamen dat, maar zij moeten ondertussen wel roeien met de riemen die ze hebben. Terwijl wij de context proberen bij te sturen, moeten zij erin werken. Vooral die overgangs­periode met spelregels die voortdurend veranderen en de onzekerheid die daarmee gepaard gaat, is heel lastig. We hebben dat nooit onderschat of geminimaliseerd. Ik besef dat ik veel gevraagd heb aan onze voorzieningen. Maar we hebben altijd geprobeerd om veel terug te geven. Zo hebben we samen een parcours afgelegd waarop we trots mogen zijn. Zo hebben we ons ook samen een betrouwbare partner getoond voor de overheden. We zijn altijd onze beloftes nagekomen, we hebben zelf het initiatief genomen voor de veranderingen en we hebben samen met alle voorzieningen onze verantwoordelijkheid genomen, ook als dat niet vanzelfsprekend was. Een open dialoog is niet de gemakkelijkste weg. Een confrontatie van ideeën leidt soms tot een clash. Ook met externe stake­holders. Op zich is dat ook niet erg. Zo lang er niet op de man gespeeld wordt, is dat zelfs goed voor het debat. Ik hou niet van achterkamerpolitiek. Je hebt die ook niet nodig als je een sterk verhaal hebt.

Ook kwaliteit, patiëntveiligheid en de transparantie hierover zijn thema’s die de jongste jaren mee op initiatief van Zorgnet-­Icuro op de kaart zijn gezet?
Dankzij de fusie met Icuro (het vroegere VOV), heeft het nieuwe Zorgnet-Icuro de bestaande expertise op het vlak van kwaliteit en patiëntveiligheid kunnen uitrollen naar alle voorzieningen en sectoren, met inbegrip van het accreditatieverhaal. Johan Hellings had hiervoor met Icuro baanbrekend werk verricht. Met het pas opgerichte Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg blijven we meerwaarde nastreven. Het kwaliteitsthema heeft overigens mee gezorgd voor een sterkere collegia­liteit in de sector. Door open communicatie over de resultaten en door goede praktijken te delen, helpen we elkaar vooruit. Artsen, verpleegkundigen, kwaliteitsmedewerkers en vele anderen hebben hier enorm positief aan bijgedragen. Weet dat de sector het hele accreditatieverhaal zelf heeft aangestuurd en gerealiseerd, zonder één euro extra middelen. Dat we dit zelf aangepakt hebben, is nog maar eens een bewijs dat we onze verantwoordelijkheid opnemen en niet zomaar een lobbygroep zijn. We hebben ook de hand gereikt naar de patiëntenverenigingen. Kwaliteit is niet louter iets technisch. Ook de beleving van patiënten en het welbevinden van medewerkers, die de tijd en de ruimte moeten krijgen voor een goede bejegening, zijn sleutelfactoren. Het Vlaams Patiëntenplatform verricht hier mooi werk en heeft mee voor een mentaliteitswijziging gezorgd.

Nauwelijks 15 jaar geleden was een patiëntenvereniging veeleer een luis in de pels dan een natuurlijke partner?
Dat is zo. Vandaag nemen voorzieningen en artsen patiënten veel meer ernstig. Dat moet ook. Bij chronische en bij oudere patiënten gaat het vaak niet meer over genezen, maar over de kwaliteit van leven. En dat is iets subjectiefs, waarover je dus in dialoog moet gaan. Luisteren is zo belangrijk in de hedendaagse zorgverlening. Geneeskunde is meer dan ooit een ‘humane wetenschap’ die ‘het menselijk beste’ nastreeft en daarbij verder kijkt dan louter het somatische. Ook in de geestelijke gezondheidszorg werken voorzieningen steeds nauwer samen met patiënten, hun familie en hun context. De introductie van ervaringsdeskundigen als vrijwilligers én als betaalde krachten in tal van voorzieningen is vandaag een feit.

Zorgnet-Icuro stimuleert ook in de ouderenzorg de dialoog en het samenwerken aan meer kwaliteit en veiligheid. Denk aan PREZO Woonzorg, het integrale kwaliteitsmodel dat we zelf op poten hebben gezet en waarmee ondertussen tientallen woonzorgcentra aan de slag gaan. En die woonzorgcentra maken het verschil. PREZO Woonzorg maakt dingen bespreekbaar en stelt het bestaande in vraag. Wat we doen, is dat wel het juiste voor de bewoner? En doen we wat we doen ook goed? Die vragen stellen op diverse domeinen, telkens vanuit het perspectief van de bewoner en zijn familie, zorgt ervoor dat we de juiste focus houden en ons niet verliezen in nutteloze regeltjes. Dankzij die aanpak zijn alle medewerkers betrokken in die dialoog. Kwaliteitszorg is vandaag een thema dat lééft. Het resultaat is belangrijk, maar evenzeer de weg ernaartoe. En natuurlijk loopt er soms nog iets mis in een woonzorgcentrum, maar het is zonneklaar dat nooit eerder zoveel woonzorgcentra aan de slag gingen met goede praktijken. De kwaliteit in de voorzieningen stijgt al jaren. Alleen mogen we als samenleving niet blind blijven voor de zeer beperkte middelen en voor de negatieve gevolgen van de commercialisering in de ouderenzorg.

ONDERNEMERSCHAP

Hoe hebt u de afgelopen jaren het sociaal overleg ervaren?
We zijn door een diep dal gegaan toen de vakbonden en de minister onderling beslissingen namen zonder de werkgevers te betrekken en vooral ook zonder middelen te voorzien voor de bijkomende uitgaven. Het vertrouwen was toen helemaal zoek. Ik ben blij dat we vandaag wel weer een evenwichtig sociaal akkoord hebben bereikt. Ook de inspanningen om tot een nieuwe loonladder te komen op basis van objectieve weging van de functies in de zorgsector , renderen eindelijk. Aan elke functie en de bijhorende competenties kunnen we nu het juiste gewicht en een correcte verloning koppelen. Dat is samen met de vakbonden en het kabinet gerealiseerd, wat ik een historische stap durf te noemen. Hiervoor is veel werk in de luwte verzet en we zijn blij dat minister Maggie De Block wel ook oog heeft voor de verzuchtingen van de werkgevers: een vereenvoudiging van de statuten, het schrappen van verouderde regels enzovoort. Maar het is vooral psychologisch belangrijk dat werkgevers, vakbonden en overheid op het federale vlak de sociale vrede bewaren.

U pleit ook voor het behoud van nieuwe  investeringen in zorginfrastructuur?
Ik pleit vooral voor meer ruimte voor ondernemerschap in de zorg. Geef de organisaties meer verantwoordelijkheid, ook financieel, maar ook meer beleidsruimte. Ziekenhuizen krijgen in de toekomst een bedrag per vierkante meter voor hun infrastructuur, woonzorgcentra een bedrag per dag per bewoner, en daarmee moeten ze het doen. De onderhandelingen met kredietverstrekkers worden moeilijker, omdat de overheid niet langer garant staat. Om de risico’s te spreiden, zullen voorzieningen schaalvergroting zoeken door samen te werken en investeringen in de tijd te spreiden. Een goed beheer van reserves is cruciaal in deze nieuwe context, omdat je solvabiliteit je een iets sterkere positie geeft in de onderhandelingen met de banken.

“Onze voorstellen zijn niet op lucht gebouwd. Ze vertrekken ook niet van het eigenbelang van onze leden, wel vanuit onze visie. In dat opzicht zijn we zelfs een vrij voorspelbare en daarom betrouwbare partner.”

Wordt er vandaag niet te veel gebouwd? Steeds meer voorzieningen krijgen het moeilijker om bewoners te vinden voor  hun kamers en assistentiewoningen?
Er wordt vooral te veel van hetzelfde gebouwd. We moeten anders bouwen. Niet het verleden herhalen, maar nieuwe zorgvormen vinden voor nieuwe behoeften. Een menselijke omgeving in plaats van een klinische omgeving. Een huiselijk, inclusief kleinschalig en modulair concept, dat respect voor privacy en collectiviteit op een evenwichtige manier samenbrengt. Ook gemengde bouwprojecten – met een zorgvoorziening, een school, een winkelcentrum mooi geïntegreerd in een wijk – kunnen nieuwe mogelijkheden openen. Waar openbare voorzieningen en private vzw’s samenwerken, ontstaan ook soms mooie initiatieven.

Laat ons ten slotte nog even stilstaan bij de grote uitdagingen die de zorgsector wachten. Wat zijn voor u de belangrijkste werven?
De technologische innovatie, en de ethische vragen die hiermee samenhangen, is een belangrijke uitdaging. De kloof tussen de mogelijkheden en de betaalbaarheid voor iedereen lijkt te groeien. Gelukkig maakt technologie sommige dingen ook goedkoper. Een DNA-onderzoek is vandaag al heel betaalbaar. Ook wearables en nanotechnologie worden goedkoper en laten mensen toe om gezonder te blijven en langer thuis te wonen. Er zijn veel voorbeelden hiervan. Technologie jaagt ons op kosten, maar is tegelijk een deel van de oplossing.

Toch staat ons systeem van sociale zekerheid onder druk. Het is een fantastisch systeem, dat decennialang zijn waarde heeft bewezen. Maar vandaag wordt het door velen gepercipieerd als een koud systeem van regels, rechten, wetten, nomenclatuur en remgeld. Mensen zijn hun voeling met het systeem verloren; het is te anoniem geworden. Dat zet onze solidariteit op losse schroeven. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de wortels van onze sociale zekerheid terug op de voorgrond krijgen? Daarover gaat het onder meer in het boek Kiezen is winnen dat ik samen met Yvonne Denier en Lieve Dhaene onlangs voorstelde. We leven in een samenleving met grote verschillen en de kloof wordt almaar groter. Willen we dat? Een andere geneeskunde voor armen en voor rijken? Dat is in niemands belang, want het zorgt voor spanningen en miserie in de maatschappij en daar zijn ook de rijken niet bij gebaat. We hebben allemaal nood aan sociale cohesie en we moeten allemaal ons steentje bijdragen.

Als wij onze ziekte-en invaliditeitsverzekering als een supermarkt zien waaruit we maar te kiezen en te graaien hebben… hoe lang kan dat systeem dan nog overleven? We moeten op een ethische manier omgaan met de middelen: voorzieningen, artsen en hulpverleners, maar ook patiënten en cliënten. Het is onze moral duty, onze maatschappelijke plicht. Zoals het ook onze maatschappelijke plicht is om als individu bij te dragen aan de samenleving. Ik heb een goede job gehad, ik ben gelukkig, ik heb gezonde kinderen en ik wil de komende jaren iets terugdoen voor de samenleving. Net als heel veel andere mensen die zich belangeloos inzetten als vrijwilliger voor een goed doel of als bestuurder in een zorgvoorziening. Dat engagement moeten we veel meer zichtbaar maken en stimuleren in onze maatschappij. Omdat het de solidariteit en het engagement zichtbaar maakt en andere mensen kan stimuleren om zich belangeloos in te zetten.

In het boek Kiezen is winnen gaan we ook dieper in op het maken van de juiste keuzes en het belang van waarden hierbij. Onze samenleving moet dit debat dringend aangaan. Open en transparant, met zoveel mogelijk mensen en organisaties. We zijn allemaal betrokken. Elk van ons kan morgen een vreselijke ziekte krijgen of een ongeval en geconfronteerd worden met een quasi onbetaalbare behandeling. Herinner je je het verhaal van Victor, die alleen in leven kon blijven als het RIZIV de ongelooflijk dure medicatie terugbetaalde? Welnu, we zijn allemaal Victor. We hebben er allemaal belang bij dat we als samenleving de juiste keuzes maken voor een ethisch en duurzaam model. Zowat elke Belg vindt vandaag dat hij te veel moet bijdragen voor de sociale zekerheid. Maar oog in oog met een ziek kind, vinden we allemaal dat dat kind tegen elke prijs geholpen moet worden. Mensen kiezen er niet voor om ziek te vallen of zorgafhankelijk te worden. Natuurlijk zijn we zelf mee verantwoordelijk voor onze manier van leven, maar zo simpel is het allemaal niet. Sommige mensen zijn meer voorbestemd voor een alcoholverslaving dan andere, genetisch maar vooral ook sociaal.

Dat mensen vinden dat ze te veel moeten bijdragen voor de sociale zekerheid heeft ook te maken met het gevoel dat hun geld niet altijd goed besteed of beheerd wordt.
En dat is ook terecht, maar niet in die mate dat solidariteit niet nodig is. Sommige partijen vergroten de dingen die fout lopen uit en spinnen daar garen bij. Zorgnet-Icuro daarentegen neemt zijn verantwoordelijkheid op: we zijn ten strijde getrokken tegen de overconsumptie, we hebben gepleit en voorstellen geformuleerd voor een totaal andere financiering, we hebben ervoor gezorgd dat de ziekenhuizen gaan samenwerken in netwerken… Dat toont dat we onze verantwoordelijkheid ernstig nemen en dan kan je ook aan de samenleving iets vragen.

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE • BEELD: PETER DE SCHRYVER

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.