14/03/2017
Technologie en innovatie Woonzorg

Samenwerking op het terrein verloopt vlot

14 maart 2017

PRAKTIJKVERHAAL: "PILLEN IN THE CLOUD"

SAMENWERKING OP HET TERREIN VERLOOPT VLOT

De woonzorgcentra werken sinds enkele jaren aan een toekomstgericht digitaal medicatiebeleid. Op de studiedag “Pillen in the cloud” geven experten vanuit diverse perspectieven een stand van zaken. De belangstelling is zo groot, dat de studiedag twee keer wordt georganiseerd, in Gent en in Leuven. Ook beleidsmedewerker Filip Vandaele van vzw Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu kijkt ernaar uit. Hij legde de voorbije jaren samen met de vzw en met tal van partners een hele weg af.

Vzw Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu groepeert 12 woonzorgcentra en 2 “aanverwante”, samen goed voor meer dan 2.200 bewoners en ongeveer 1.800 mede­werkers. Filip Vandaele werkt sinds vijf jaar voor de groepering als beleidsmedewerker zorg- en informatietechnologieën en als veiligheidsconsulent.

“Mijn eerste opdracht was het zorgdossier en het medicatiedossier afstemmen”, vertelt hij. “Dat blijft een belangrijk aandachtspunt, maar ondertussen hebben we een hele weg afgelegd. Onder meer door het proefproject eWZC van de Vlaamse overheid in het kader van de Roadmap voor de ouderenzorg. We nemen hieraan deel met twee woonzorgcentra: wzc Sint-Elisabeth in Eeklo en wzc Sint-Eligius in Zeveneken. De doelstelling van het project is de communicatie en de samenwerking tussen apotheek, artsen en woonzorgcentrum te optimaliseren en elk zijn verantwoordelijkheid te geven.”

“Wat de artsen betreft, speelt de CRA (coördinerend en raadgevend arts in een wzc) een grote rol. Vanuit zijn expertise stelt hij mee het formularium samen en stemt hij af met de apotheek. In tweede instantie worden ook de huisartsen in de omgeving betrokken. Op het platform Vitalink zullen op termijn alle artsen op elk ogenblik een volledig en actueel overzicht van alle medicatiegebruik van een bewoner kunnen raadplegen. Er zal ook een validatie van het medicatieschema kunnen gebeuren, bv. om medicatie af te bouwen of incongruenties op te sporen. Maar zover zijn we nog niet.”

HOMELINK

Wat is er dan wel al gerealiseerd? Heel wat, zo blijkt. “Om te beginnen hebben we Homelink ontwikkeld. Dat is een beveiligde manier om gegevens van het woonzorgcentrum naar de apotheek te zenden. Vroeger gebeurde dat op papier of via een FTP-server. Vandaag gebruiken we daarvoor de eHealthbox van de overheid. Dat heeft veel voeten in de aarde gehad, want het kiezen van het juiste systeem in de juiste context is cruciaal. Bovendien wordt streng toegezien op de informatieveiligheid. Niemand zou immers willen dat de informatie over zijn medicatiegebruik openbaar wordt. Via Homelink hebben we dat kunnen realiseren. Bovendien is er een grote toegevoegde waarde. Zo kunnen we via Homelink ook bestellingen doorgeven en een volledig therapieplan ter beschikking stellen, zodat de apotheek een totaalzicht op de context krijgt. Dat is noodzakelijk als we willen dat de apotheek de farmaceutische zorg op zich neemt en meer wordt dan louter leverancier van medicatie. De apotheek krijgt nu dagelijks alle schema’s van alle bewoners. En dat werkt! Er wordt efficiënter omgegaan met medicatie. Er is ook meer interactie met de apotheek.”

“Dat betekent wel dat de apotheek er elke dag tijd voor vrijmaakt. Apotheken moeten volop inzetten op digitalisering en een correcte aanlevering. Apotheek zijn voor een woonzorgcentrum wordt meer dan vroeger een gespecialiseerde opdracht. Die apotheken zijn uitgerust met de nodige software om de therapieplannen te checken en ze beschikken daarvoor ook over een gespecialiseerd team. Ze ondersteunen ook de woonzorgcentra, bijvoorbeeld door benchmarkgegevens te delen. Zo kan elk woonzorgcentrum het eigen medicatieverbruik vergelijken met dat van collega’s. Die cijfergegevens laten concrete, doelgerichte en meetbare verbetertrajecten toe. Je kunt er je beleid op afstemmen.”

“Terwijl we Homelink aan het ontwikkelen waren, is de tarificatie per eenheid (TPE) ingevoerd. De impact ervan was groot, vooral op het gebied van software voor de apotheek. Het mag gerust worden gezegd: het is de verdienste van die apotheken die hier snel in zijn meegestapt. De liefde van die mensen voor hun vak en voor de bewoners maakt het verschil. De samenwerking op het terrein verloopt dan ook vlot. Twee keer per jaar hebben we een formeel evaluatieoverleg, maar daarnaast komen de apothekers maandelijks langs, praten ze met de bewoners en hun familie en geven ze vorming aan de medewerkers. Die samenwerking zit echt wel goed.”

VITALINK

“Een tweede groot project is Vitalink. Dat is een Vlaams platform waar je gegevens op kunt plaatsen, die dan kunnen worden geraadpleegd door huisartsen. Een aantal woonzorgcentra kan hier al mee werken. Voor ons is dat ook het geval. Vitalink kan maar werken als er voldoende gebruikers zijn. Het aantal stijgt wel zachtjes, maar de beschikbare data blijven beperkt. Dat is jammer, want in tegenstelling tot Homelink, dat informatie van A naar B verstuurt, is Vitalink een platform waar een huisarts op elk ogenblik informatie kan raadplegen. Stel dat een bewoner op uitstap aan zee een val maakt, dan kan de plaatselijke arts meteen het actuele medicatieschema raadplegen. Bovendien kan je Vitalink ook koppelen aan BelRAI, aan de indicatoren enz. Dat dit project vertraging oploopt, heeft allicht te maken met de invoering van TPE en het extra werk dat dat met zich meebracht voor softwareontwikkelaars, maar toch blijft het jammer.”

“Vitalink kan werken, maar dan moeten de processen nog worden vereenvoudigd, zodat er duidelijke tijdswinst is en fouten optimaal kunnen worden vermeden. We moeten voor iedereen een win-winsituatie nastreven. De software voor de huisartsen vormt een knelpunt. In woonzorgcentra zijn drie pakketten op de markt, voor de huisartsen zijn dat er vijftien. En die zitten niet allemaal op dezelfde snelheid. “Belangrijk in deze projecten is voorts dat de verantwoordelijkheden op de juiste plek worden gelegd. Medicatie voorschrijven kan nooit de verantwoordelijkheid van een verpleegkundige zijn. Een huisarts moet tekenen. Maar er zijn veel huisartsen. Daarom moet ook de digitalisering voor het aftekenen snel in orde worden gebracht. Dat zou veel ergernis wegnemen bij zowel huisartsen als verpleegkundigen en apothekers.”

“eWZC heeft heel wat teweeggebracht. Wij hebben afgesproken om minstens één keer per jaar samen te zitten met de softwareontwikkelaars, apotheken, eindgebruikers en onze woonzorgcentra. Die ontmoetingen zijn heel waardevol en productief. Zo willen we een formulariumlink ontwikkelen voor een synchronisatie van gegevens: als een medicijn verandert of verdwijnt, wordt dat in één keer overal aangepast.”

“Wat de overheid betreft, hoop ik dat Vlaanderen en het federale niveau de neuzen in dezelfde richting houden en een duidelijk toekomstplan ontwikkelen. Woonzorgcentra nemen initiatief, zonder hiervoor veel middelen te hebben.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.