minister Demir
19/05/2023
Kwaliteit Zorgbeleid Bestuur Algemene Ziekenhuizen Revalidatieziekenhuizen Woonzorg Geestelijke gezondheidszorg Eerste lijn

“Slachtoffers komen op de eerste plaats”

DOSSIER ZORG IN DETENTIE
Interview met Zuhal Demir, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme

“Slachtoffers komen op de eerste plaats”

Minister Zuhal Demir mag zich de eerste Vlaamse minister van Justitie noemen. En als het van haar afhangt, krijgt Vlaanderen zo snel mogelijk alle justitiebevoegdheden. Ondertussen focust minister Demir zich in de eerste plaats op de slachtoffers. Ook in de gevangenissen neemt ze initiatieven, al botst ze daarbij vaker dan haar lief is op de grenzen van haar bevoegdheden.

De zesde staatshervorming hevelde een aantal justitiebevoegdheden over naar de gemeenschappen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de justitiehuizen, het Vlaams Centrum voor Elektronisch Toezicht en het jeugddelinquentierecht. Eerst vielen deze bevoegdheden onder het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, maar sinds eind 2019 is er de aparte bevoegdheid Justitie en Handhaving. Met Zuhal Demir als minister.

Wat zijn eigenlijk de belangrijkste bevoegdheden van Vlaanderen op het vlak van justitie?

Minister Zuhal Demir: “Elk onderdeel van de Vlaamse justitie is voor mij cruciaal. Maar slachtoffers komen op de eerste plaats. Dat is de rode draad die ik volg. Een voorbeeld zijn de diensten slachtofferonthaal. In 2022 konden maar liefst 10.403 nieuwe slachtoffers en nabestaanden terecht bij de diensten Slachtofferonthaal voor bijstand en ondersteuning tijdens en na de gerechtelijke procedure. Dat zijn er 2000 meer dan het jaar voordien. Dat ging gepaard met stevige investeringen. Zo heb ik het aantal justitieassistenten slachtofferonthaal verdubbeld. Ik heb ook slachtoffers, magistraten en advocaten laten bevragen om van hen te horen wat de noden van slachtoffers zijn en hoe we die nog beter kunnen bijstaan. Op basis van de resultaten ben ik de methodologie van de dienst aan het bijsturen voor een nog betere dienstverlening.”

“Ik ben inderdaad bevoegd voor de coördinatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, maar dus niet voor het aanbod zelf. Dat is een belangrijke nuance”

“Naast slachtofferonthaal zet ik ook met de coördinatie van de Family Justice Centers in op slachtoffers. In Limburg en Antwerpen zijn er al zo’n centra waar hulpverlening, politie en justitie samenwerken om geweld binnen gezinnen te stoppen. Dit jaar komen er nog vijf centra bij, zodat er in elke provincie minstens een is.”

“Ook met de erkennings- en bemiddelingscommissie voor slachtoffers van historisch misbruik probeer ik zoveel mogelijk slachtoffers te bereiken. Met de bekendmakingscampagne eind 2022 kregen we na een week al meer dan dubbel zoveel aanmeldingen dan anders op een jaar.”

“Tegelijk probeer ik ook naar mijn andere bevoegdheden te kijken door een slachtofferbril. Neem nu de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Ik wil met de gedetineerden aan de slag gaan, zodat ze hun leven na detentie hervatten zonder nieuwe feiten te plegen en dus ook zonder nieuwe slachtoffers te maken. Hetzelfde met de justitiabelen – een persoon die onder toezicht staat van de gerechtelijke overheid - bij de justitiehuizen en het Vlaams Centrum voor Elektronisch Toezicht.”

Het Vlaams Agentschap voor Justitie en Handhaving ging op 1 januari 2022 van start. Hoe loopt de werking?

“Het agentschap kende geen rustige opstart. De situatie van Justitie liet het niet toe en eerlijk gezegd: ik ook niet. Als zelfstandig agentschap moest het zijn tanden laten zien. En dat deed het. Bij het Vlaams Centrum voor Elektronisch Toezicht bijvoorbeeld zagen we een stijging van 40% bij het elektronisch toezicht bij de voorlopige hechtenis. Wij kunnen niet zoals in de gevangenissen matrassen op de grond leggen om de capaciteit uit te breiden. Elke enkelband moet door het mobiele team geïnstalleerd worden bij de justitiabele thuis en opgevolgd worden door het team monitoring. Maar dankzij investeringen en een nieuwe dynamiek na de overheveling van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, heeft het agentschap zijn start niet gemist.”

minister Demir
Minister Zuhal Demir: Het Vlaams Agentschap voor Justitie en Handhaving kende geen rustige opstart. De situatie van Justitie liet het niet toe en eerlijk gezegd: ik ook niet. Als zelfstandig agentschap moest het zijn tanden laten zien. En dat deed het”

Een van de taken van het agentschap is de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, met onder meer de coördinatie tussen alle beleidsdomeinen én met alle hulpverlenende instanties. Welke initiatieven zijn op dat vlak al genomen met het oog op meer en betere gezondheidszorg voor gedetineerden? Welke nieuwe initiatieven wil u nog ontwikkelen?

“Ik ben inderdaad bevoegd voor de coördinatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, maar dus niet voor het aanbod zelf. Dat is een belangrijke nuance. In Vlaanderen werken we met het importmodel. Dat betekent dat alle diensten die buiten de gevangenis bestaan, zoals de CGG, CAW, centra voor volwassenonderwijs, de VDAB enzovoort, worden binnengehaald in de gevangenis om zo de brug van binnen naar buiten en andersom te maken. Dat betekent dat alle beleidsdomeinen die bevoegd zijn voor die diensten voor de gewone burger, dat ook zijn voor de gedetineerden in de gevangenis. Ik sta in voor de coördinatie tussen al die beleidsdomeinen en diensten.”

“In de praktijk kan ik rekenen op de beleidscoördinatoren en organisatieondersteuners in elke gevangenis om alles in goede banen te leiden. Maar evident is dat niet. Veel randvoorwaarden voor de hulp- en dienstverlening zijn namelijk federale bevoegdheden. Denk maar aan de infrastructuur van de gevangenissen. Vaak zijn er niet voldoende of aangepaste lokalen om onderwijs te geven of om in alle privacy een gesprek te hebben met een hulpverlener. Daarnaast heb je de overbevolking, stakingen en een tekort aan gevangenispersoneel. Het eerste wat dan sneuvelt, is de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden.”

“Om een voorbeeld te geven: in de gevangenis van Sint-Gillis is er al jaren geen groepsaanbod meer mogelijk. In de gevangenis van Turnhout kon vorig jaar slechts 42% van het groepsaanbod doorgaan. En dat is niet de keuze van onze mensen. Dat is het gevangenisbeleid. Toch blijven we niet bij de pakken zitten. We grijpen iedere strohalm aan om het verschil te maken. We zetten volop in op overleg, gaan op zoek naar oplossingen en houden de focus op wat wel mogelijk is binnen de huidige situatie. Dat is ons vertrekpunt: positief, verantwoordelijk en realistisch.”

“Ik ben erg hoopvol nu de federale overheid, na mijn initiatief om dit opnieuw in handen te nemen, de hervorming van de penitentiaire gezondheidszorg weer opneemt. Vanuit Vlaanderen werken we daar constructief aan mee. Zo starten er in Vlaanderen vier projecten drughulpverlening naar het goede voorbeeld van het project in Hasselt. Onze beleidscoördinatoren zullen er een cruciale rol spelen om de verbindingen te maken.”

“Vanuit mijn bevoegdheid starten we dit najaar in de schoot van de hervorming trouwens ook nog twee projecten rond zedendelinquenten op. Uit onderzoek dat ik vorig jaar liet uitvoeren, bleek dat er amper aanbod is voor deze doelgroep in de gevangenis. De meeste zedenplegers verblijven in de gevangenis van Leuven-Centraal, maar laat er nu net in die gevangenis helemaal geen aanbod zijn. Om aan de aanbevelingen van dit onderzoek tegemoet te komen, wil ik enerzijds in één of twee gevangenissen in Vlaanderen een aparte unit opstarten waar zedendelinquenten meer gerichte therapie zullen krijgen. Ik ben hiervoor in nauw overleg met mijn federale collega, aangezien hij zal instaan voor de infrastructuur van de aparte unit. Zelf zorg ik via een projectoproep voor het forensische aanbod. Zo wil ik de gespecialiseerde hulp die er buiten de gevangenis al bestaat, binnenbrengen in de gevangenissen. Anderzijds wil ik in een andere gevangenis een zedenconsulent aanstellen om met zedendelinquenten die de feiten ontkennen of voor strafeinde kiezen zonder enige behandeling, aanklampend aan de slag te gaan. Zodat ze nog therapie krijgen voor ze weer in vrijheid zijn. Ook hierbij wil ik de bestaande hulpverlening van buiten naar binnen brengen. Met die projecten wil ik zien wat werkt en kijken of we die werking kunnen uitrollen naar andere gevangenissen. Het blijft wel zo dat gezondheidszorg in se een bevoegdheid is van mijn collega’s Crevits en Vandenbroucke. Vanuit mijn coördinerende bevoegdheid doe ik mijn best om mijn steentje bij te dragen.”

U sprak zich eerder uit voor een overheveling van alle bevoegdheden op het vlak van justitie naar Vlaanderen. Waarom? Wat zou het grootste winstpunt tegenover de huidige situatie zijn?

“We zijn nu te afhankelijk van het federale niveau voor de randvoorwaarden om kwaliteitsvolle en effectieve hulp- en dienstverlening aan te bieden aan gedetineerden. Door er een Vlaams verhaal van te maken, zou die afstemming ten volle kunnen gebeuren. Zo zou de hulp- en dienstverlening volwaardig en gelijkwaardig deel uitmaken van het gevangeniswezen, waardoor het niet meer te pas en te onpas van de agenda zou geschrapt worden. Zo hebben we ook meer impact op de communicerende vaten die de gevangenissen en de justitiehuizen en het Vlaams Centrum voor Elektronisch Toezicht zijn. Dat zou een goede zaak zijn voor de gedetineerden, de justitiabelen én de maatschappij.”

“In de meeste federale landen zit de bevoegdheid justitie bij de deelstaten. Op een paar uitzonderingen na, zoals grensoverschrijdende criminaliteit. Dat lijkt me logisch”

“In de meeste federale landen zit de bevoegdheid justitie bij de deelstaten. Op een paar uitzonderingen na, zoals grensoverschrijdende criminaliteit. Dat lijkt me logisch. Eigen gevangenissen, eigen straf, eigen rechtbanken, eigen beleid dichter bij de burger. En dat werkt perfect. Vandaag kunnen we Vlaamse gemeenten niet de nodige handvaten geven om op te treden tegen de infiltratie van de georganiseerde criminaliteit in de lokale economie. Dat probleem bestaat nauwelijks in Franstalig België en dus blijft het vastzitten op de federale werktafel. Op Vlaams niveau komen we daar zeer gemakkelijk uit. Het is in wezen eenvoudig: een democratie is niet compleet zonder een wetgevende, uitvoerende én een rechterlijke macht. En die laatste hebben we nu niet. Wat er bijvoorbeeld voor zorgt dat decreten nauwelijks worden gehandhaafd. We zitten met een democratisch deficit.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE

 

Lees het hele dossier over zorg in detentie

 

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.