Felix Coppens
20/03/2023
Zorgbeleid Geestelijke gezondheidszorg

“Wij zorgen niet voor de deelnemer, wij gaan ermee op pad”

Participatie in de ambulante psychosociale revalidatiecentra

“Wij zorgen niet voor de deelnemer, wij gaan ermee op pad”

In 2010 zag artikel 107 het licht in de geestelijke gezondheidszorg. Dat artikel is de grondslag voor de psychosociale revalidatiecentra. “Wij horen liever de term rehabilitatie, dat verwijst naar ‘eerherstel’. Terug iets willen betekenen, daar draait het om.” Aan het woord zijn Liesbet Felix, coördinator van De Keerkring en Maja Coppens, directeur van PARCOER, twee psychosociale revalidatiecentra. Beide dames vertellen vol passie over het belang van participatie in de geestelijke gezondheidszorg.

“Klassieke revalidatie is breed gekend, maar psychosociale revalidatie nog niet”, steekt Maja Coppens van wal. “Toch is het principe hetzelfde: met een letsel naar een centrum gaan om via training terug te kunnen deelnemen aan de samenleving. Met dat verschil dat het bij ons om psychische kwetsbaarheden gaat.” De revalidatiecentra bieden een ambulant revalidatieprogramma van beperkte duur aan. Concreet gaat het om een intensieve, therapeutische en multidisciplinaire begeleiding gericht op fundamenteel herstel van de autonomie van de persoon.

Liesbet Felix: “Onze kernopdracht is het herstellen van de maatschappelijke rol die iemand kan opnemen”

Het gaat daarbij niet enkel om mensen terug aan het werk krijgen. “Het gaat over alle levensdomeinen, zoals een netwerk (terug) kunnen opbouwen, relaties, gezondheid, wonen, vrije tijd, enz. Al die domeinen zijn gelijkwaardig. Moesten we enkel en alleen op werk focussen, zouden we tekort schieten. Daarom vinden we rehabilitatie een meer geschikte term dan revalidatie. Revalidatie verwijst naar het oude model waarbij we mensen willen genezen als ze ziek zijn. Dat is niet ons doel. Hier ligt de focus op maatschappelijk herstel. Wij willen mensen helpen om terug iets te betekenen mét hun verschil. Voor zichzelf én voor de maatschappij”, zegt Liesbet Felix. Maja Coppens treedt haar bij: “Dat klopt. Mensen komen soms naar hier omdat ze terug willen zijn wie ze waren. Wij leren hen een 2.0-versie zijn van zichzelf. Verschillen mogen er zijn. Niet iedereen moet zijn zoals de modale burger. Hier leren mensen hun rol opnieuw te bekijken.”

Vraaggestuurd werken

De Keerkring startte in 2015, PARCOER opende in 2019. “Onze kernopdracht is het herstellen van de maatschappelijke rol die iemand kan opnemen. Ik ben blij dat het nu ook is opgenomen in onze conventie. Concreet gaan wij mensen stimuleren om allerlei zaken zelf op te nemen buiten de muren van de geestelijke gezondheidszorg. Onze trajecten starten met activiteiten binnen- en buitenshuis, maar die eerste worden gaandeweg afgebouwd”, licht Felix toe. “Met onze stageweken bieden we iets gelijkaardigs aan. Mensen komen maar een dag naar ons centrum en gaan minstens twee dagen ‘op stage’. Dat vormt een mooie brug tussen enerzijds langzaamaan PARCOER los te laten en anderzijds bijvoorbeeld weer op de arbeidsmarkt aan de slag te gaan. Dat gebeurt uiteraard op maat en op vraag van de persoon”, aldus Coppens.

Liesbet Felix
Liesbet Felix (De Keerkring)

Deelnemers – het woord patiënt wordt niet gebruikt – hebben zelf een grote verantwoordelijkheid in de trajecten. “Wij bouwen sessies op op basis van de doelstellingen die de deelnemer zelf vooropstelt. Ze kiezen zelf aan wat ze willen werken en bepalen zo dus hun eigen traject”, zegt Felix. “Via een weekschema kiezen deelnemers zelf welke modules of cursussen ze volgen. Zo is de samenstelling voor elke deelnemer anders en volgt iedereen een traject op maat van zijn of haar doelstellingen”, zegt ook Coppens. “De rol van therapeut verandert naar die van coach. Wij gaan niet in het meesterdiscours waarbij wij zeggen wat mensen nodig hebben om beter te worden. Dat staat echt heel ver van wie we zijn. Wij werken empowerend. We gidsen en ondersteunen”. Motivatie is hierbij een kernwoord. “Als een deelnemer gedwongen wordt om een traject bij ons te volgen, zal dat niet werken. Er moet drive zijn”. “Dat komt omdat we heel fel een beroep doen op de autonomie van de deelnemer zelf. Zijn of haar betrokkenheid in het traject is een deel van die participatie”, vult Felix aan.

Maja Coppens: “Wij werken empowerend. We gidsen en ondersteunen”

Inspraak en ervaringsdeskundigheid

Liesbeth Felix: “Autonomie zit ook in de kleinschaligheid. Zo hebben wij een beleidsvergadering over onze werking waarbij ook deelnemers over bepaalde zaken input geven of zelfs mee beslissen.” “Dat is bij ons ook. Deelnemers mogen zelf ideeën aanbrengen. Wat kan er beter? Niet enkel over de trajecten, maar ook over de inrichting van het gebouw en dergelijke zaken. Ze worden dus betrokken bij het dagelijkse reilen en zeilen van het centrum. We bevragen ook altijd hoe een deelnemer een traject heeft ervaren. Wat hebben ze eruit geleerd? Hoe hebben ze dit kunnen vertalen naar de thuissituatie? Daar draait het om. Hoe ga je om met al die zaken op de dagen dat je hier niet bent? Bots je nog ergens tegenaan?’, vertelt Coppens. “We vinden het cruciaal dat deelnemers mee evalueren wat we doen. De Keerkring was bij de eersten waar de deelnemer zelf aanwezig is bij de eigen procesevaluatie en het gesprek zelfs mag starten. Het is dan ook de kern van participatie: niet praten over een deelnemer, maar met een deelnemer. We nodigen hiervoor altijd iemand uit de omgeving van de deelnemer mee uit zoals een partner of begeleider”, aldus Felix. “Daarnaast hechten we veel belang aan ervaringsdeskundigheid. Elke deelnemer is ervaringsdeskundige over zijn eigen leven en dat wordt gedeeld met elkaar. Als we mensen vragen wat hen precies geholpen heeft in het traject, zegt quasi iedereen dat het groepsgebeuren belangrijk was. Dat ze ook andere mensen hebben kunnen helpen.”

Liesbet Felix: “Maatschappijbreed werken is echt een meerwaarde, maar helaas is onze personeelsomkadering te krap gemeten om er volop op in te kunnen zetten”

Voor Maja Coppens is dit participatie op het hoogste niveau: “De ervaring die mensen hebben, is leerrijk voor anderen, ook voor ons. Net daarom is die evaluatie zo belangrijk. Evengoed kan ervaringsdeskundigheid ingezet worden om te sensibiliseren. Zo zijn onze deelnemers zelf bezig met taboedoorbreking. Ze gaan spreken op scholen en naar markten om met mensen in dialoog te gaan. Dat werkt niet alleen sensibiliserend, maar geeft ook een belangrijke rol aan de deelnemers zelf. Infomomenten over onze werking worden altijd gegeven door een medewerker én een deelnemer. Het toont dat het om mensen zoals jij en ik gaat. Met de deelnemers willen we stigmatisering de wereld uit krijgen.”

Focus op talent

Deelnemers komen uit verschillende hoeken naar psychosociale revalidatiecentra. Soms worden ze doorverwezen, soms komen ze rechtstreeks. “Mensen komen om verschillende redenen. Vaak hebben ze iets meegemaakt en zijn ze gestabiliseerd, maar krijgen ze hun leven niet terug op de rails. Anderen worden doorverwezen omdat ze elders ‘uitbehandeld’ zijn. Dat is niet altijd de juiste redenering, maar wel begrijpelijk omdat wij het over een andere boeg gooien. Ons aanbod geeft misschien wel het antwoord op wat ze nodig hebben. Zo hebben we eens iemand gehad die al sinds zijn achtste levensjaar met angsten te kampen had. Na tal van klinische behandelingen kwam die deelnemer bij ons terecht. Ons doel was niet om die angst weg te nemen, maar wel om die persoon er mee te leren omgaan zodat het functioneren en het dagelijkse leven niet wordt belemmerd”, vertelt Felix. “We focussen op wat er wel is. Waar zitten de sterktes? Daarbij moeten we rekening houden met valkuilen, zoals die angst in het voorbeeld. Maar wat zijn daarnaast de krachten en de talenten van de deelnemers?”.

Maja Coppens
Maja Coppens

Maja Coppens: “in onze trajecten doen we veel beroep op de deelnemers zelf en het is ongelooflijk om telkens te zien hoeveel talent er zit bij hen.” “Dat klopt. Deelnemers nemen zelfs vaak zelf initiatief. Zo hebben ze hier onlangs nog een buurtfeest georganiseerd. Het idee kwam vanuit henzelf. De ‘winst’ van wat we doen zit op die manier niet enkel bij het individu zelf, maar ook breder maatschappelijk”, zegt Felix. “Wat we doen, kan ook een preventief karakter hebben. Zo hebben we heel wat jonge deelnemers, wat positief is. Ze leren nu de nodige vaardigheden om hun leven verder uit te bouwen, om sterk in het leven te staan”, vult Coppens aan. “Dat maatschappijbreed werken is echt een meerwaarde, maar helaas is onze personeelsomkadering te krap gemeten om er volop op in te kunnen zetten. We worden gedwongen om vooral cliëntgericht te werken en dat is jammer. We zouden veel meer kunnen bereiken als we voldoende middelen hadden om breder te kunnen werken”, aldus Felix.

Overgang

Psychosociale revalidatiecentra werken vaak ambulant. “Het zijn geen nazorgtrajecten die we bieden. We proberen een overgang te maken naar de maatschappij”, zegt Liesbet Felix. “We werken daarbij op vaardigheden en attitudes. We denken met de deelnemer na over hoe hij bijvoorbeeld kan communiceren over de depressie die hij had met anderen. Wil je er open over zijn of niet? Of we werken aan stiptheid. Als je niet kan gaan werken omdat je een afspraak hebt met de psycholoog, is het belangrijk je werk daarnaar te plannen en je afwezigheid tijdig te melden. Wij werken aan plannen en organiseren”, maakt Coppens concreet.

Maja Coppens: “We bevragen altijd hoe een deelnemer een traject heeft ervaren. Wat hebben ze eruit geleerd? Hoe hebben ze dit kunnen vertalen naar de thuissituatie? Daar draait het om”

“Soms kan dat weleens clashen omdat niet iedereen participatief is bejegend. Wij verwachten inzet van de deelnemers zelf, maar er zijn deelnemers die verwachten dat wij het probleem oplossen. Daarover gaan we dan in gesprek. We maken hen duidelijk dat het op lange termijn belangrijker is voor henzelf om zelf aan de slag te gaan. Wij bieden kaders en ondersteunen hen, maar de mensen moeten het zelf doen. Dat is niet evident”, zegt Felix. “Wij geven handvatten, maar zijn de handvatten niet. Ook niet in crisissituaties. Als mensen overspoeld worden door negatieve gevoelens, verwachten ze soms dat er meteen een gesprek is met ons. Dat kan niet altijd. Wij leren de mensen hoe ze best omgaan met dat soort moeilijke momenten. Hoe kunnen ze zelf rust vinden vooraleer ze met anderen in gesprek gaan? Kortom, we leren mensen hoe ze de zaken zelf kunnen aanpakken en het niet altijd bij een ander te leggen. Het gaat om verantwoordelijkheid die je bij de deelnemer zelf legt. Dat is de kern van ons aanbod”, zegt Coppens. “Dat lukt niet altijd. Mensen die al jarenlang op die manier problemen aanpakken, krijg je niet altijd op een ander pad”, zegt Felix.

Gelijkwaardigheid

Beide dames geven aan dat er sprake is van onderfinanciering. “Gelukkig hebben we idealistische medewerkers. Moest dat niet zijn, zou het niet werken. Iedereen gelooft erin en gaat ervoor. Als je alleen maar je job doet zonder meer, houd je het hier niet vol”, aldus Liesbet Felix. “Het zou mooi zijn mochten we onze passie nog meer kunnen delen. Dat we maatschappijbreder kunnen werken. Maar daar is nu nog te weinig tijd en geld voor”, zegt Coppens.

Ze moeten niet lang nadenken over de vraag of ze nog een boodschap willen meegeven. “Het begrip gelijkwaardigheid is zowel voor ons als professional als voor de brede maatschappij een cruciaal begrip. Dat moet het uitgangspunt zijn van hulpverlening, omgang met mensen ...”, zegt Coppens vol overtuiging. Felix beaamt: “Je moet mensen kansen geven. En daarbij durven experimenteren. Zonder hen bewust te laten botsen. Wel is het belangrijk dat je de realiteit inbrengt. Wanneer iemand er bijvoorbeeld van overtuigd is een bepaald talent te hebben dat er in feite niet is, moet je met die deelnemer aan de slag zodat die zelf kan ontdekken wat de realiteit is. Je stelt zaken bij, maar altijd met de persoon. Stap voor stap laat je mensen er zelf achter komen wat werkt en wat niet werkt. Bij dat proces hoort ook rouw en daar moet je aandacht voor hebben.” Coppens besluit: “Er moet ruimte zijn voor rouw zonder erin te blijven hangen. Dat kan door gaandeweg terug de focus te leggen op wat er wel goed is. En daar kan je alleen maar achter komen door zaken in praktijk om te zetten."

TEKST: SOPHIE BEYERS - BEELD: JAN LOCUS

Dit interesseert me wel voor mezelf

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.