Kristel
19/05/2023
Personeel en Organisatie Kwaliteit Ethiek en zingeving Zorgbeleid Bestuur Algemene Ziekenhuizen Revalidatieziekenhuizen Woonzorg Geestelijke gezondheidszorg Eerste lijn

“Ik begrijp soms niet hoe gevangenen het volhouden”

DOSSIER ZORG IN DETENTIE
Interview met criminologe Kristel Beyens

“Ik begrijp soms niet hoe gevangenen het volhouden”

Professor criminologie Kristel Beyens (VUB) kent het gevangeniswezen door en door. Zoals zovelen wijst ook zij de overbevolking aan als een van de oorzaken van de slechte gezondheidszorg in de gevangenissen. “Maar ook die overbevolking is een gevolg van beleidskeuzes,” zegt Kristel Beyens.

“Het profiel van gedetineerden is geen doorsnee van de samenleving”, opent Kristel Beyens. “De meerderheid zijn kwetsbare mensen, die los van hun detentie al meer problemen hebben dan de gemiddelde Belg. Ook hun zorgnood is bovengemiddeld, zowel fysisch als psychisch, terwijl het zorgaanbod in de gevangenis beperkter is. De laatste jaren stijgt het aantal gedetineerden met psychische problemen nog. Het suïciderisico in de gevangenis is veel groter dan erbuiten. Door een tekort aan zorg, aandacht en personeel, krijgen die mensen niet de begeleiding die ze nodig hebben.”

“Combineer dat profiel van lichamelijk en psychisch kwetsbare mensen met het gevangenisregime in België, en je weet dat het fout moet lopen. Leven in de gevangenis is ongezond. Gezonde voeding? Je krijgt er grootkeukenkost met weinig verse groenten en fruit. Gezond bewegen? In gevangenissen met een gesloten regime, in de nieuwe evengoed als in de oude, verblijven mensen door een gebrek aan activiteiten vaak 22 tot 23 uur per etmaal in hun cel. Ik nam twee keer deel aan een proefverblijf bij de opening van de gevangenissen in Haren en Dendermonde. Vooral in Dendermonde voelde ik al na twee dagen het gebrek aan beweging. Die leefomstandigheden zijn ziekmakend. Fysiek en psychisch. De toegang tot zorg is te beperkt. Er is maar een kleine groep psychiaters in de gevangenis, terwijl een grote groep mensen doorgedreven begeleiding nodig heeft.”

Kristel
Prof. Kristel Beyens: “Ik benoem het niet graag zo, maar de gevangenis lijkt soms de ‘vuilnisbak’ van de samenleving”

Gesloten gevangenisregime laat weinig ruimte

“Een van mijn onderzoekers deed enkele maanden observaties in een grote gevangenis. Een gedetineerde van honderd jaar leefde er met dementie. Hij wist niet meer wat hem overkwam. Hij kreeg geen ondersteuning. Ouderenzorg in de gevangenis wordt een toenemend probleem, maar daar is men niet of onvoldoende op voorzien.”

“Drugsgebruik is een ander probleem. Veel gedetineerden gebruiken drugs als copingmechanisme om het gevangenisleven te overleven. Daarnaast zijn er slaapmedicatie en pijnstillers. Ik deed onderzoek in de gevangenis van Tilburg toen Belgische gedetineerden er een tijd verbleven met Nederlandse bewakers en gezondheidspersoneel. Die mensen schrokken van de hoeveelheid medicatie - vooral slaapmiddelen - van de Belgische gedetineerden. In Nederland zetten ze meer in op beweging en buitenlucht. In België kiezen we voor medicatie als iemand onrustig is of niet kan slapen. Op korte termijn is dat een gemakkelijke oplossing, maar de zorgnoden nemen er alleen mee toe. Ons regime laat weinig alternatieven. Het overmatig medicatiegebruik is niet de schuld van de artsen, het is een gevolg van hoe het gevangeniswezen georganiseerd is.”

“Ik heb dat zelf ervaren in Dendermonde. Ik zat er uren en uren in de cel, op een harde stoel, op een hard bed, met een hard kussen. Ik kreeg binnen de kortste keren rugpijn. Er was geen mogelijkheid om even comfortabel te zitten. Ik kon er drie stappen vooruit en achteruit zetten. En dan had ik nog de luxe om een cel voor mezelf te hebben. Stel je voor dat je met twee of met drie in zo’n krappe ruimte zit – dat is ziekmakend. De verluchting in een cel is beperkt. Als je er dag in dag uit moet eten, slapen, zitten en tv-kijken met twee of soms drie mensen, kan dat niet gezond zijn. Ik begrijp niet hoe gedetineerden het volhouden. Misschien denken zij dat dit hoort bij de gevangenisstraf, maar dat is niet zo.”

“Het verschil met Tilburg was opvallend. Daar waren meer mogelijkheden om eens je cel te verlaten. Er waren meer arbeidskansen en activiteiten. Het is het regime dat de omstandigheden bepaalt. Het eten was er niet beter dan bij ons. Integendeel, onze gedetineerden zijn tegen het smakeloze microgolfeten zelfs in opstand gekomen. Maar dankzij keukens op de afdeling heeft men wel de mogelijkheid om gedetineerden zelf te laten koken. Gevangenen vormden ‘kookgroepen’ en kochten zelf producten aan. Ze konden kiezen wat ze klaarmaakten. Dat is een heel ander verhaal dan wanneer je bord wordt opgediend zonder keuzemogelijkheid.”

“In Belgische gevangenissen ontnemen we gedetineerden alle autonomie”

“Zelf kiezen en koken, versterkt de autonomie en het zelfrespect. Het eten was misschien niet gezonder, maar meer autonomie is niet te overschatten voor de mentale gezondheid. Tegelijk leren de gedetineerden voor zichzelf te zorgen. Een belangrijke vaardigheid voor als ze terug vrijkomen. In Belgische gevangenissen ontnemen we gedetineerden alle autonomie. Ook in de nieuwe gevangenissen. In Haren zijn er keukens op de afdelingen, in Dendermonde niet. Een gemiste kans. Voeding, beweging, zelfzorg: veel gedetineerden weten niet hoe ze voor zichzelf moeten zorgen. Een gevangenis zou een opvoedende taak kunnen opnemen, met het oog op de re-integratie. Maar die kansen laten we liggen.”

Reductionistisch of expansief perspectief

Zijn alle problemen terug te voeren tot de overbevolking? Of zit het dieper? Kristel Beyens: “De overbevolking is een cruciaal element. Maar ook die is het gevolg van keuzes. Je hebt het reductionistische of het expansieve perspectief. Bekijk je de overbevolking en de groei van de gevangenispopulatie als een vaststaand gegeven, dan hebben we steeds meer en grotere gevangenissen nodig. Maar dan hebben we ook meer personeel nodig. Kijk naar Haren en Dendermonde: de gebouwen staan er, maar het is moeilijk om voldoende én goed opgeleid personeel te vinden. Het gaat dus niet alleen over capaciteit van infrastructuur, maar ook alles wat daarbij komt kijken aan opvang en begeleiding. Zelf ben ik voorstander van het reductionistische perspectief. Vergelijk het met de overbevraging van de ziekenhuizen: men verkort de opnametijd, organiseert meer zorg in de samenleving, kiest voor dagopnames… Ik zeg niet dat dit de toveroplossing is, maar het beleid zou wat creatiever naar alternatieven mogen zoeken. Er zijn al alternatieve straffen, toch leidt dat niet tot een dalende gevangenisbevolking. Kijk alleen nog maar naar de voorhechtenis: die duurt alsmaar langer. Ongeveer één op drie gevangenen in België zit in voorhechtenis. Zij zitten in de meest overbevolkte instellingen: in Antwerpen, Sint-Gillis ... Ik was onlangs nog in Sint-Gillis en geloof me, dat is ramp-za-lig. Mensen worden er in mensonwaardige omstandigheden opgesloten. Vaak mensen die nog niet eens veroordeeld zijn. Ik zou daar ziek worden en begrijp écht niet hoe mensen dat daar volhouden.”

“Een gevangenis zou een opvoedende taak kunnen opnemen, met het oog op de re-integratie. Maar die kansen laten we liggen”

“Hoewel het idee leeft dat gevangenisstraffen niet meer worden uitgevoerd, blijft het aantal mensen in detentie stijgen. We zitten vandaag aan meer dan 11.000 gedetineerden. Ik benoem het niet graag zo, maar de gevangenis lijkt soms de ‘vuilnisbak’ van de samenleving. Want wie zijn de mensen die niet in aanmerking komen voor een gemeenschapsgerichte straf? Het zijn de mensen die geen van de landstalen spreken. Of die geen vaste verblijfsplaats hebben. Of die met allerlei sociale en psychische kwetsbaarheden kampen. En al die problemen verplaats je dan naar de gevangenissen, waar er onvoldoende zorg en opvang is. Het stelt het personeel voor enorme uitdagingen. Het is geen cadeau om penitentiair beambte te zijn. Die mensen hebben dikwijls nauwelijks of geen opleiding gehad. Het zijn vaak jonge mensen, pas van de schoolbanken. Ze hebben in het beste geval een diploma secundair onderwijs. Ze ontberen levenservaring. En die mensen droppen we in de gevangenis. Zij moeten het maar zien te organiseren in die superdiverse omgeving met mensen met uiteenlopende problemen. Dat is het kader waarin je de gezondheidszorg in de gevangenis moet zien.”

“Door een gebrek aan investeringen en een verwaarlozing van het gevangeniswezen hebben we een historische achterstand. Er worden wel inspanningen geleverd, maar de miserie in de gevangenissen is zeer groot.”

“Een goede evolutie is wel de invoering van de functiedifferentiatie bij penitentiair beambten. In de nieuwe gevangenis wordt nu met detentiebegeleiders en veiligheidsassistenten gewerkt. Detentiebegeleiders gaan meer in interactie met gedetineerden, moeten meer tijd vrijmaken voor een gesprek en oog hebben voor hun welzijn. Jammer genoeg loopt de opleiding van die mensen vertraging op. Bovendien laat de manier waarop het leven in de gevangenis wordt georganiseerd, weinig ruimte voor aandacht voor het mentale welzijn. Het zal een tijd duren voor die functiedifferentiatie vruchten afwerpt, als men al de juiste mensen vindt en kan opleiden. Maar het is een stap vooruit.”

“Kleine dingen maken een immens verschil. Een gevangenismedewerker die vriendelijk is, dat doet iets in het hoofd van een gedetineerde. Voor wie totaal afhankelijk is van de gevangenismedewerkers, maakt het veel uit of zij vriendelijk of niet vriendelijk tegen je zijn, je vragen proberen te beantwoorden of niet. Vriendelijk zijn kost geen cent. Maar als die mensen dag in dag uit onder druk staan door personeelsgebrek en overbevolking, dan is zelfs een vriendelijk woord geen evidentie meer.”

Kristel
“Ouderenzorg in de gevangenis wordt een toenemend probleem, maar daar is men niet of onvoldoende op voorzien”

Gevangenisstraf is contraproductief

Gedetineerden hebben recht op goede gezondheidszorg. Ze krijgen die niet. Komen gevangenen daartegen in opstand? Je hebt tenslotte maar één lichaam, één leven?

Kristel Beyens: “Ik denk vaak bij mezelf: wat hebben we toch brave gevangenen. België is al vaker op de vingers getikt door het Comité ter Preventie van Foltering en Onmenselijke Behandeling. Ook in de verslagen van de Commissies van Toezicht wijzen regelmatig op de tekorten. Sinds oktober 2020 is er een klachtrecht ingevoerd in de gevangenissen. Dat is nog te recent voor een grondige analyse van de klachten. Ik kan me voorstellen dat er klachten over de gezondheidszorg bij zijn. Gedetineerden zijn echter vaak zo hard bezig met hun zaak, hun straf en het lastige leven in de gevangenis, dat fysieke ongemakken naar de achtergrond verdwijnen. Ze hebben andere katten te geselen.”

“Het importmodel stelt dat gevangenen dezelfde gezondheidszorg moeten krijgen als jij en ik. Dat moet ook gelden voor activiteiten. Maar we botsen op het klassieke verhaal van gebrek aan personeel en middelen. Toch kunnen kleine ingrepen al een verschil maken. Maak werk van gezondere voeding. Voorzie meer activiteiten. Het gaat over zoveel meer dan de beweging op zich. Het gaat om wat elk van ons nodig heeft: buitenlucht, contact met vrienden en familie, ontspannen, even je zorgen aan de kant zetten … Gevangenen hebben dezelfde noden als wij. Alleen laat het gevangenisregime dat bij ons niet toe. Daarom is een gevangenisstraf contraproductief. Elke vorm van initiatief wordt je ontnomen. Je bent totaal afhankelijk van de keuzes die het instituut voor jou maakt. We onderschatten wat dat doet met mensen. En als iemand terug op vrije voeten komt, dan verwachten we wel dat hij of zij over alle vaardigheden beschikt om zijn of haar leven in goede banen te leiden. Hoe zou dat kunnen? Gevangenen leren meer af dan bij.”

Welke verantwoordelijkheid heeft de samenleving? Het is gemakkelijk om weg te kijken van deze problemen: ze zitten letterlijk achter slot en grendel. Kristel Beyens: “Het gaat om de outcasts, de verstotenen. Mensen die politiek weinig van betekenis zijn. Gedetineerden hebben weinig invloed. Gelukkig schenken de media er nog aandacht aan. Maar als je daar de wachtlijsten in de jeugdzorg, de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg naast legt, dan staan gevangenissen helemaal onderaan op de prioriteitenlijst.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE – BEELD: TINI CLEEMPUT

 

Lees het hele dossier over zorg in detentie

Mijn vriend zit in de gevangenis te haren België. Hij is invaliden door een herseninfarct heeft artrose, suikerziekte etc. Hij raakt zwaar geïsoleerd daar en huilt alleen maar. Ze stoppen hm vol met antidepressiva en een slaappil terwijl hij zelf al 22 pillen per dag heeft. De advocaat en ik zijn al anderhalve week bezig dingen voor hem te regelen bv dat er een begeleider die hij steeds nog niet heeft hem helpt met briefjes in te vullen omdat hij door zijn herseninfarct niet meer kan schrijven en de bewaking verrekt het. Hij praat Nederlands en de bewaking doet geen moeite. Hij en ik raken beide overspannen. Het ergste is nog als je de site van de gevangenis te haren leest alles perfect gaat. Wij zijn radeloos. Wie kan ons nog helpen.

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.