24/04/2008
Ethiek en zingeving Algemene Ziekenhuizen

Ethisch advies 12: het zorgproces rond prenatale diagnostiek

Ethisch advies van 24 april 2008

Duiding: Deze tekst is geschreven in de filosofie van het actief pluralisme en heeft als adviestekst geen specifiek overwegende levensbeschouwelijke kleur. ‘Stand van zaken’ is niet up-to-date, maar de ethische grondprincipes zijn nog steeds geldend.

Bij elke zwangerschap bestaat er de kans op het krijgen van een baby met een aangeboren of erfelijke aandoening. Zulke situaties kunnen leiden tot veel verdriet, teleurstelling, zorgen. Het is begrijpelijk en normaal dat aanstaande ouders hopen op een gezond kind. Tijdens het prenatale zorgproces proberen artsen en verpleegkundigen mensen ook zo goed mogelijk te begeleiden om deze wens werkelijkheid te laten worden.

Prenataal onderzoek kan in een aantal gevallen de aanstaande ouders uitsluitsel geven over de aan- of afwezigheid van een bepaalde aandoening bij hun baby. De toepassing van de huidige mogelijkheden van prenatale screening en diagnostiek in de klinische praktijk roept echter ook delicate ethische vraagstellingen op die zowel historisch, maatschappelijk als levensbeschouwelijk gekleurd zijn. Verschillende factoren bepalen mee hoe vandaag de ethische vragen rondom prenatale diagnostiek worden geformuleerd en beantwoord: de bestaande medische mogelijkheden, de organisatie van de prenatale gezondheidszorg in Vlaanderen, de plaats van het kind in onze samenleving, het belang van gezondheid in een mensenleven, levensbeschouwelijke overtuigingen, de pluralistische maatschappelijke context, enzovoort.

In deze adviestekst gaan we in op enkele ethische spanningsvelden die zich manifesteren in het zorgproces rond prenatale diagnostiek. Centraal staat de volgende vraag: Hoe kan in de context van het ziekenhuis de ethische kwaliteit van het zorgproces voor mensen die prenatale screening en diagnostiek ondergaan worden bevorderd?

Het advies bevat twee delen. In het eerste deel verhelderen we de technische stand van zaken omtrent prenatale screening en diagnostiek en beschrijven we de beleving van de zorgpraktijk door ouders, gynaecologen en vroedvrouwen. In het tweede deel beschrijven we de krachtlijnen van een ethisch verantwoord zorgproces inzake prenatale diagnostiek.

Met dit advies hopen we bij te dragen tot een versterkt ethisch bewustzijn omtrent de zorg voor het beginnende leven.