26/01/2016

Goede ouderenzorg is méér dan vastgoed alleen

De Standaard brengt vandaag op haar voorpagina de resultaten van een studie van vastgoedspecialist Cushman & Wakefield. Die stelt dat er door de aankomende vergrijzingsgolf in de komende jaren in België, en vooral in Vlaanderen, een enorme nood zal zijn aan bijkomende plaatsen in woonzorgcentra. De gemaakte rekensom vertrekt echter van een eenzijdige visie op ouderenzorg, die enkel heil ziet in steeds meer bouwen. Zorgnet-Icuro waarschuwt voor nodeloze paniek en pleit voor een geïntegreerde aanpak en een goede ondersteuning van de groep ouderen met een zwaar zorgprofiel.

De demografische evoluties zijn al langer gekend. Maar hoeveel bedden in woonzorgcentra er nodig zijn, maakt ook onderdeel uit van hoe het totale ouderenzorgbeleid wordt aangepakt. Al in 2010 berekende Zorgnet-Icuro, de koepel die 775 voorzieningen in Vlaanderen groepeert, dat 1400 bijkomende plaatsen per jaar in de Vlaamse woonzorgcentra volstaan om de noden in de toekomst op te vangen. Tussen 2010 en 1014 werd dit uitbreidingsritme gemiddeld ook gehaald. Voor de periode 2015-2018 drijft de Vlaamse regering de inspanningen nog op, en zullen er jaarlijks gemiddeld meer dan 2000 woongelegenheden bijkomen.   

Een goede ouderenzorg neemt de wensen en behoeften van de cliënt als uitgangspunt. En daar zien we dat het de wens is van de ouder wordende medeburger om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. De sector speelde daar de laatste decennia op in. Allerlei vormen van ondersteuning thuis (gezinszorg, maaltijdbedeling, domotica, aanpassingen aan de woning enz.) en tussenvormen van zorg (dagverzorging, kortverblijf, revaliderende opvang, herstelverblijf) maken dat mensen steeds later gaan aankloppen bij een woonzorgcentrum. De gemiddelde verblijfsduur in de woonzorgcentra is in de afgelopen decennia dan ook sterk afgenomen.

Zorgaanbieders zoeken naar een antwoord op de specifieke, individuele zorgvragen van hun cliënten. Zodoende dient het klassieke verblijf in een woonzorgcentrum deel uit te maken van een fijnmazig netwerk van gedifferentieerde zorgvormen om zorg op maat te kunnen bieden. Meer en meer zien we in Vlaanderen ook totaalprojecten ontstaan waar een “slimme” ruimtelijke ordening een handje toesteekt: verkeersluwe woon-en zorgwijken met scholen, winkels, assistentiewoningen en een woonzorgcentrum met een integraal aanbod. Zorgnet-Icuro pleit ervoor dat we voluit verder inzetten op deze geïntegreerde aanpak van zorg, veeleer dan onze ouderen af te zonderen in grote nieuwbouwprojecten. Het is belangrijk dat de overheid de capaciteit van de verschillende erkende zorgvormen reguleert om  de schaarse middelen optimaal te kunnen inzetten.

Ongebreideld bouwen is dus niet aan de orde. Een goede zorg voor zij die wel in een woonzorgcentrum verblijven is dat wel. En die bewoners zijn op vandaag voor het grootste deel zwaar zorgbehoevend. Daarom vraagt Zorgnet Icuro bijkomende middelen voor voldoende gekwalificeerde zorgmedewerkers. Een warm Vlaanderen moet dankzij solidaire tussenkomsten er ook voor instaan dat het  woon-en zorgaanbod voor iedereen financieel toegankelijk blijft. Het voorstel om de financiering te baseren op basis van een luxesterrensysteem is dus zeker geen goed idee. Nu Vlaanderen dankzij de zesde staatshervorming de bevoegdheid heeft om een totaalbeleid voor ouderen op te zetten, is er geen excuus meer om niet de juiste keuzes te maken. En de eerste keuze moet die zijn voor de zwaar zorgbehoevenden.

We waarschuwen ook voor de lokroep van sommige vastgoedinvesteerders aan de particuliere spaarders. De behoeften zijn erg streekgebonden en variabel. Voor assistentiewoningen is hier en daar al leegstand vast te stellen. Daarenboven is deze markt tot nu toe weinig gereguleerd of gevat door bindende kwaliteitseisen, waardoor de investeerder en de cliënt weinig houvast hebben bij het maken van keuzes. 

Lees ook de opinie "Ik wil niet in een bed" van Guy Tegenbos in De Standaard van 27 januari